Eindelijk een definitie van integrale geboortezorg
Iedereen heeft de mond vol van integrale geboortezorg. Maar wat is dat nu eigenlijk precies? Onderzoeker Evelien Cellissen dook in de literatuur en presenteert een fonkelnieuwe wetenschappelijke definitie. Een cadeau waarmee geboortezorgprofessionals hun voordeel kunnen doen.
Tekst: Margit Kranenburg
Willen weten waar je het over hebt. Met die motivatie ging onderzoeker Evelien Cellissen aan de slag. Ze werkt als docent aan de Academie Verloskunde Maastricht, is aangesloten bij het lectoraat Midwifery Science en doet promotieonderzoek naar integrale geboortezorg. Een deel van haar onderzoek heeft alvast een bruikbare definitie opgeleverd. Ze dicteert hem, met enige trots:
Georganiseerd samenwerken is cruciaal
Cellissen hoopt dat de geboortezorg kan profiteren van de definitie. “Je weet onderling waar je het over hebt en ook waar je het níet over hebt,” zegt ze. “De wetenschappelijke definitie helpt niet alleen onderzoekers, ook voor de werkvloer is-ie belangrijker dan je denkt. Wie actief is in de geboortezorg is vaak betrokken bij een VSV waarin iedereen samenwerkt en overlegt.” Niemand hoeft de 25 woorden tellende definitie uit het hoofd te leren. Cruciaal is het georganiseerd samenwerken. Volgens Cellissen zijn daarvoor, na bestudering van de Nederlandse en internationale literatuur en beleidsstukken, drie ingrediënten onmisbaar. ‘Het gaat om een cultuur van samenwerken, een duidelijke rolverdeling en heldere communicatie. Die drie voorwaarden komen altijd weer terug.’
Continue en efficiënte zorg als doel
De wetenschappelijke definitie is zo opgesteld dat-ie volgens de onderzoeker lang mee kan. “Ik verwacht dat er niet snel een update nodig zal zijn nodig zijn,” licht ze toe. “De definitie verandert niet als de praktijk verandert. Het maakt bijvoorbeeld niet uit wie er allemaal zorg verleent aan de vrouw. Er zijn nu ook veranderingen aan de gang. We zien de laatste jaren dat het sociaal domein meer aandacht krijgt in de geboortezorg en dat past prima in deze definitie.” Ook blijft de definitie weg van de praktische en financiële kant van de geboortezorg. Zo maakt het niet uit hoelang een vrouw geboortezorg krijgt, of die bijvoorbeeld begint voor of tijdens de zwangerschap. Cellissen benadrukt dat de definitie wel een doel heeft. “De laatste woorden zeggen het, de integrale geboortezorg moet bijdragen aan continue en efficiënte zorg.”
Meer dan een containerbegrip
Integrale geboortezorg is dus meer dan dat containerbegrip waarmee de geboortezorg op een gegeven moment aan de slag moest. Cellissen schetst de introductie van het begrip in Nederland: “Sinds 2016 hebben we de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg. Die promoot dat VSV’s inzetten op integrale geboortezorg. Er moest beter worden samengewerkt, vooral door verloskundigen en gynaecologen. En het moest draaien om het perspectief van de cliënt.” De zorgstandaard kwam er nadat in 2010 het rapport ‘Een goed begin’ was verschenen en in 2011 het College Perinatale Zorg was opgericht. Die waren een antwoord op alarmerende Europese cijfers waarin Nederland slecht scoorde qua babysterfte. “Op allerlei manieren werd betere samenwerking vanuit de praktijk vormgegeven. Sommige VSV’s hebben een regionaal netwerk gevormd, andere een echt juridische organisatie met gezamenlijke financiering. Zo kon je van alles onder het begrip integrale geboortezorg verstaan, soms met de vorm van de samenwerking als uitgangspunt.”
Definitie moet gaan leven
De definitie zal nu aan bekendheid moeten gaan winnen. “Het moet gaan leven,” zegt de onderzoeker. “Ik zou het leuk vinden als er een gesprek op gang komt. Wij doen ons best om ‘m meer bekendheid te geven, onder andere via de beroepsverenigingen.” En voor wie het zich misschien afvraagt, Cellissen heeft bij opstellen van de definitie ook de samenwerking gezocht. “Jazeker, in het onderzoeksteam heeft onder andere ook een gynaecoloog meegewerkt.”
Ga naar het onderzoek: Integrated maternity care: A concept analysis