Angst voor de bevalling in de eerstelijns populatie
Sluijs A-M, Cleiren M, Wijma K et al. No relationship between fear of childbirth and pregnancy-/ delivery-outcome in a low risk Dutch pregnancy cohort delivering at home or in hospital. Journal of Psychosomatic Obstetrics & Gynecology, 2012;33(3):99-105. DOI:10.3109/0167482X.2012.685905
Directe link naar de samenvatting van het artikel
Er lijkt sprake te zijn van een vicieuze cirkel: vrouwen met angst voor de bevalling (FOC) ervaren vaker datgene waarvoor ze bang zijnen dat is dan weer van invloed op hun FOC post partum. Indeze Nederlandse prospectieve cohortstudie (LUMC) werd onderzoek gedaan naar de associatie tussen FOC en problemen tijdens de bevalling, tussen problemen tijdens de bevalling en FOC post partum en tenslotte tussen FOC tijdens de zwangerschap en FOC post partum. Tussen november 2005 en maart 2006 vulden 105 zwangeren uit de eerstelijns praktijk in de regio Leiden bij dertig weken en zes weken post partum de Wijma Delivery Expectancy/Experience Questionnaire (W-DEQ-A/B) en een depressievragenlijst (HADS) in. Scores voor primiparae bij dertig weken waren signi cant hoger dan voor multiparae (gemiddelde score 65.8 vs. 57.6).
Er werd geen verband gevonden tussen FOC en de kans op sectio. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat in deze eerstelijns onderzoeksgroep het sectiopercentage laag was (3,8%). In een regressie analyse bleek een combinatie van multipariteit met medische interventies een hogere post partum FOC te voorspellen. Datkan komen doordat vrouwen in een laag risicogroep minder rekening houden met eventuele complicaties. Er was een positieve correlatie tussen FOC tijdens de zwangerschap en FOC zes weken post partum, ook na correctie voor complicaties tijdens de baring (r=0.45, p<0.001). Dat zou kunnen betekenen dat een hoge FOC tijdens de zwangerschap van invloed is op de beleving van de baring. Het is aan te bevelen om tijdens de prenatale verloskundige begeleiding te screenen op FOC en waar nodig passende zorg aan te bieden.