Antistollingsmiddelen verhogen kans op levend geboren kind niet
<p> Bij vrouwen met onverklaarde herhaalde miskramen zijn medicijnen die bloedstolsels tegengaan geen oplossing. Aspirine en heparine maken de kans op een levend geboren kind niet groter, en bovendien hebben ze vaak hinderlijke bijwerkingen. Dat is de voornaamste conclusie uit de ALIFE-studie, een door het Academisch Medisch Centrum en Leids Universitair Medisch Centrum gecoördineerd onderzoek onder ruim 300 vrouwen.</p>
Aspirin plus heparin or aspirin alone in Women with recurrent miscarriage Kaandorp SP et al.
NEJM, doi:10.1056/NEJMoa1000641
Lees de full text versie van het artikel in NJEM hier.
Bij vrouwen met onverklaarde herhaalde miskramen zijn medicijnen die bloedstolsels tegengaan geen oplossing. Aspirine en heparine maken de kans op een levend geboren kind niet groter, en bovendien hebben ze vaak hinderlijke bijwerkingen. Dat is de voornaamste conclusie uit de ALIFE-studie, een door het Academisch Medisch Centrum en Leids Universitair Medisch Centrum gecoördineerd onderzoek onder ruim 300 vrouwen. De volledige uitkomsten staan on line in het gezaghebbende wetenschappelijke tijdschrift The New England Journal of Medicine.
Bij herhaalde miskramen blijft vaak onduidelijk wat er precies verkeerd gaat. Een van de mogelijkheden is verstopping van de placenta door kleine bloedstolsels, die zich in de bloedbaan van de vrouw hebben gevormd. Aspirine en laag-moleculair-gewicht heparine
gelden als de aangewezen middelen om zulke stolsels te voorkomen. Al eerder is aangetoond dat deze antistollingsmiddelen bij zwangeren met het ‘antifosfolipidensyndroom’ (een zeldzame stollingsstoornis) de kans op een levend geboren kind vergroten.
Of ook andere zwangeren met herhaalde miskramen er baat bij hebben, is bestudeerd in het zogenoemde ALIFE-onderzoek (Anticoagulants for LIving FEtuses). In het kader van deze studie van het AMC en het LUMC, waaraan diverse Nederlandse ziekenhuizen hebben deelgenomen, zijn driehonderd zwangere vrouwen onderzocht die tenminste twee onverklaarde miskramen achter de rug hadden. Ze werden onderverdeeld in drie groepen: een groep die geen behandeling kreeg, één die aspirine kreeg en één die zowel aspirine als heparine kreeg. Daarbij bepaalde het lot wie in welke groep terechtkwam. In elk van de groepen bleek tweederde van de vrouwen van een levendgeboren kind te bevallen. Het gebruik van aspirine met heparine of van uitsluitend aspirine verbetert de kansen dus niet. Wel hadden veel vrouwen last van bijwerkingen: hinderlijk waren vooral de blauwe plekken en huidreacties op de plaats van heparine-injecties. Alle reden om de behandeling met deze antstollingsmiddelen af te raden, constateren de onderzoekers.
Dat bloedstolsels bij onbegrepen herhaalde miskramen echt een belangrijke rol spelen, is met deze uitkomst onwaarschijnlijk geworden. Maar wat de onderzoekers betreft zijn de kansen op effectieve behandeling nog niet verkeken; samen met acht Britse ziekenhuizen bereidt het
AMC momenteel nieuwe studies voor. Overigens waarschuwen de beide hoofdonderzoekers van de ALIFE-studie, AMCgynaecoloog
Mariëtte Goddijn en LUMC-internist Saskia Middeldorp, voor overspannen verwachtingen. Goddijn: ‘Goede voorlichting blijft voorlopig de beste behandeling, in het bijzonder over de kans op een zwangerschap die wél goed afloopt. Want die kans is een stuk groter dan veel van de betrokken vrouwen denken: het overgrote merendeel bevalt vroeg of laat alsnog van een gezond kind.’
(Bron: persbericht ALIFE-studie/AMC/LUMC)