Besluitvormingsproces bij opsporing van een aangeboren afwijking
Asplin N, Wessel H, Marions L et al. Pregnant women’s perspectives on decision-making when a fetal malformation is detected by ultrasound examination. Sex Reprod Healthc 2013;2:79-84. DOI:10.1016/j.srhc.2013.02.001
Directe link naar de samenvatting van het artikel
Zweedse onderzoekers keken naar factoren die de beslissing beïnvloeden om een zwangerschap waarin aangeboren afwijkingen zijn gedetecteerd uit te dragen of af te breken. Deze beschrijvende studie vond plaats in vier ‘fetal care referral centres’ in Stockholm. Totaal vulden 99 zwangeren (respons 74%) een vragenlijst in, waarbij zowel vrouwen die hun zwangerschap uitdroegen (n=56) als zij die hem afbraken (n=43) hun beslissing voornamelijk baseerden op de ernst van de afwijking. Andere redenen voor zwangerschapsafbreking waren sociaaleconomische overwegingen zoals andere kinderen, onderbreking studie/werk, onvoldoende fi nanciële middelen of geen relatie. Religie en culturele achtergrond bleken geen invloed te hebben op de beslissing. Van de vrouwen die hun zwangerschap afbraken hadden er significant meer (51.2%) een eerdere abortus gehad dan van de vrouwen die hun zwangerschap uitdroegen (23.2%).
De meeste vrouwen vonden dat ze voldoende tijd hadden om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen, al hadden ze liever meer gelegenheden om met een zorgverlener te praten. Tien vrouwen hadden niet echt een keus omdat de afwijking pas na 23 weken zwangerschap werd opgespoord. Totaal was ruim 90% tevreden met hun beslissing. In beide groepen maakten de vrouwen de beslissing voornamelijk zelf of samen met hun partner; de zorgverlener had maar zelden invloed op de besluitvorming.
Deze studie geeft inzicht in het besluitvormingsproces van zwangere vrouwen bij opsporing van aangeboren afwijkingen. Vrouwen willen vooral meer contactmomenten met zorgverleners.