Betere zwangerschapsuitkomsten door betere opsporing van foetale groeivertraging
Saastad E, Winje BA, Pedersen BS et al. Fetal movement counting improved identification of fetal growth restriction and perinatal outcomes – a multi-centre, randomized, controlled trial. PLoS One. 2011;6:e28482 Directe link naar de gratis full tekst versie Het bewust zijn van verminderde foetale activiteit door de aanstaande moeder kan een signaal zijn van een foetus in minder goede conditie. Door het tellen van foetale bewegingen kan de aanstaande moeder de bewegingen van haar kind kwantificeren. Deze interventie zou negatieve foetale zwangerschapsuitkomsten mogelijk kunnen voorkomen wanneer een verandering in het bewegingspatroon van het kind tijdig wordt gerapporteerd. Volgens de onderzoekers is er onvoldoende bewijs over de sensitiviteit en specificiteit van deze interventie en weinig bewijs voor goede counseling en instructie aan vrouwen. De Noorse onderzoekers verrichtten een gerandomiseerd onderzoek onder 1.076 zwangeren uit negen verschillende ziekenhuizen. Vrouwen met een enkelvoudige zwangerschap werden geïncludeerd na een screening echo tussen 17 en 20 weken zwangerschap. Zij werden met behulp van de computer gerandomiseerd in de interventiegroep en kregen een informatiefolder met instructies over de trappelkaart, waarbij zij vanaf week 28 dagelijks de foetale bewegingen registreerden. De vrouwen die gerandomiseerd werden in de controle groep kregen de gebruikelijke prenatale zorg. Er waren geen statistisch significante verschillen tussen beide groepen in groeivertraging, oligohydramnion, interventies durante partum, en neonatale uitkomsten. In de onderzoekspopulatie vond geen perinatale sterfte plaats. Alleen de kans op een apgarscore onder de vier na een minuut was lager (RR:0.2;0.04-0.7) in de interventiegroep in vergelijking tot de controlegroep. Het feit dat de onderzoekers geen statistisch significant verschil konden aantonen, wijten zij aan het gebrek aan power in de studie. Zij zijn daarom toch positief over het tellen van foetale bewegingen door de moeder, omdat de moeders hierdoor meer bewust zouden zijn van foetale activiteit. Over de kwaliteit van de instructies over het bijhouden van de trappelkaart, worden geen uitspraken gedaan.