Combinatietest: doen of niet doen?
Bakker M, Birnie E, Pajkrt E et al. Low uptake of the combined test in the Netherlands – which factors contribute? Prenatal Diagnosis 2012; 32: 1305-1312. DOI: 10.1002/pd.4001
Directe link naar de samenvatting van het artikel
Het gebruik van de combinatietest (CT) is sinds de invoering in Nederland (2007) relatief laag. Doel van deze studie was om te onderzoeken of de volgende factoren van invloed zijn op het gebruik: sociaal economische status, houding ten opzichte van downsyndroom en zwangerschapsafbreking, counseling proces, vergoeding CT en kennis over het doel van de CT.
In maart en april 2010 kregen 1.140 vrouwen die zich voor de twintig weken echo meldden in Noordwest (NW) en Noordoost (NO) Nederland een vragenlijst over de CT. Van alle respondenten (n=820) had 32% voor een CT gekozen (in NW 52.1% en in NO 16.5%). Ter vergelijking: in Denemarken is dat >90%, in Frankrijk 88%, in Engeland varieert het per regio van 20 tot 98%. De gemiddelde leeftijd van vrouwen die voor CT kozen was hoger (31.4 versus 29.0 jaar). De meeste vrouwen waren gecounseld door hun verloskundige (80.4%), 82.9% had naast mondelinge informatie de folder gekregen en 3.1% had gebruik gemaakt van de keuzehulp op internet.
De belangrijkste reden voor het lage gebruik van de CT is de relatief positieve houding ten opzichte van downsyndroom en een negatieve houding ten opzichte van zwangerschapsafbreking. Maternale leeftijd speelt een rol bij het gebruik omdat vrouwen leeftijd beschouwen als een onafhankelijke voorspeller voor downsyndroom. In de mondelinge en schriftelijke informatie zou meer benadrukt moeten worden dat leeftijd een onderdeel is van de risicoschatting. Daarnaast zou leeftijd geen rol moeten spelen bij de vergoeding voor de CT.