Counseling prenatale screening: hoe doen we het?
Martin L, Hutton EK, Gitsels JT et al. Prenatal counselling for congenital anomaly tests: An exploratory video-observational study about client-midwife communication. Midwifery, DOI: 10.1016/j.midw.2014.05.004
Directe link naar de volledige gratis versie van het artikel.
Verloskundigen in Nederland counselen bijna 80% van alle zwangeren voor prenatale screening op congenitale afwijkingen. Het doel van counseling is om de cliënte toe te rusten voor het maken van een autonome geïnformeerde keuze. Kwalitatief goede counseling heeft drie functies: kennisoverdracht (KENNIS), ondersteuning bij keuze (STEUN) en opbouwen van een relatie (RELATIE). Het laatste is nodig om de eerste twee effectief te kunnen laten zijn. Onderwerpen bij KENNIS zijn informatie over de test(eigenschappen) en over de afwijking. Bij STEUN gaat het om het exploreren van de waarden van de cliënt en de psychologische betekenis van de verschillende opties voor de toekomst.
In dit explorerend observatie onderzoek zijn 269 video opnames van prenatale counseling geanalyseerd, uitgevoerd door twintig verloskundigen in zes Nederlandse praktijken. De opnames werden gemaakt tussen juni 2010 en mei 2011. De onderzoekers gebruikten een aangepaste versie van het Roter Interaction Analysis System (RIAS) om de communicatie tussen verloskundige en cliënt te coderen. Tijdens de counseling wordt het meest gecommuniceerd over KENNIS (41%). De verloskundigen dragen voor 91% bij aan KENNIS-communicatie, de cliënt voor 9%. STEUN-uitlatingen hebben, zoals verwacht, een lager aandeel (23%) in het gesprek. Bij STEUN zijn 61% van de uitlatingen van de verloskundige, 39% van de cliënt en/ of haar partner. RELATIE-uitlatingen bepalen 36% van de communicatie. De gemiddelde duur van de counseling is ruim negen minuten (9.13; SD 4.16). Counseling van multiparae duurt korter dan van nulliparae, dit verschil is onafhankelijk en significant (p<0.001). Bij multiparae is daarnaast het relatieve aandeel van de verloskundige in de STEUN-uitlatingen lager dan bij nulliparae.
De auteurs concluderen dat verloskundigen bij prenatale counseling het accent leggen op kennisoverdracht. Zij doen voorstellen om de counseling te optimaliseren, zoals: geef de cliënt van tevoren een keuzehulp en begin het gesprek met de vraag ‘Waarom zou je kiezen voor prenatale screening?’.