De stelling
De stelling in de afgelopen periode luidde: Aan alle zwangeren zou bij 41 weken zwangerschap een inleiding van de baring aangeboden moeten worden. Zelden waren de stemmen zo gelijk verdeeld als deze keer: van de 99 stemmers was 51,5% het eens met de stelling, 46,5% oneens en 3,0% weet het niet.
De stelling in de afgelopen periode luidde: Aan alle zwangeren zou bij 41 weken zwangerschap een inleiding van de baring aangeboden moeten worden. Zelden waren de stemmen zo gelijk verdeeld als deze keer: van de 99 stemmers was 51,5% het eens met de stelling, 46,5% oneens en 3,0% weet het niet.
We vroegen om een reactie aan onderzoeker Ank de Jonge van VUmc/ EMGO, die nauw betrokken is bij de herziening van de Verloskundige Indicatielijst voor het onderwerp serotiniteit: “Het verbaast me dat zoveel mensen het met deze stelling eens zijn. Deze uitslag heeft waarschijnlijk te maken met de aandacht in de media rond inleiden bij 41 weken. Op basis van een meta-analyse uit 2006 werd gezegd dat inleiden bij 41 weken leidt tot minder perinatale sterfte1. Maar in deze meta-analyse zijn zowel studies geïncludeerd waarin is ingeleid bij 41 weken als studies waar pas bij 42 weken werd ingeleid. In de controlegroep werd afgewacht tot soms wel 44 weken. Het is dus nog onduidelijk of inleiden bij 41 weken perinatale sterfte voorkomt, vergeleken met inleiden bij 42 weken.
En wat zou het betekenen om alle vrouwen in te leiden bij 41 weken? Bijna één op de vier a terme vrouwen krijgt dan prostin en/of een infuus, komt aan het CTG, heeft vaker pijnbestrijding nodig, kan zich niet meer vrij bewegen en kan niet meer thuis bevallen. Daarnaast liggen de verloskamers vaak vol waardoor er geen plaats meer is voor poliklinische bevallingen of vrouwen met risicofactoren. Voordat we zo’n grote groep vrouwen deze interventies aan doen en zulke enorme veranderingen aanbrengen in het verloskundige zorgsysteem, moeten we heel zeker weten dat we daar meer goed dan kwaad mee doen. En die evidence is er nu nog onvoldoende.”
De stelling voor de komende periode luidt: De verloskundige van de toekomst moet universitair zijn opgeleid.