De stelling
De stelling in de afgelopen periode luidde:
De begeleiding van verschillende baringshoudingen, dient opgenomen te worden in het vaardigheidsonderwijs en de stage van de opleiding tot verloskundige.
We vroegen om een reactie aan Marjolein Mensink, verloskundige in het Rotterdamse Sint Fransiscus Gasthuis. In december 2011 schreef zij in het TvV het artikel ‘Actief baren: feiten en fictie’ (te downloaden via Kennispoort). “Het aantal respondenten van de poll is met 57 personen helaas vrij gering. Dat 56 mensen kozen voor ‘Eens’ is daarbij wel opvallend. Mogelijk hebben alleen mensen gereageerd die het onderwerp verschillende baringshoudingen ook daadwerkelijk belangrijk vinden en/of het zelf promoten.
Ik denk dat het van groot belang is dat al in de verloskunde opleiding aandacht wordt besteed aan verschillende baringshoudingen. Het ‘actief baren’ is bewezen effectief.
Het komt het bevalproces en de beleving hiervan ten goede. In de praktijk is het nu nog (te) vaak zo dat wanneer de vrouw iets anders wil dan op haar rug liggen, zij hier zelf voor moet pleiten. Onbekend maakt onbemind en wanneer toekomstige verloskundigen niet geschoold worden in het ondersteunen bij en het aanbieden van andere houdingen, zal de liggende houding meer en meer de standaard worden. Overigens ben ik niet tegen liggend bevallen op zich. Wel vind ik het belangrijk dat de vrouw een keuze hierin heeft en dat het niet afhangt van wie zij als zorgverlener treft.”