Dilemma’s door tegenstrijdige adviezen
Deze kwalitatieve studie onderzocht hoe vrouwen omgaan met tegenstrijdige adviezen van hun zorgverleners en hun sociale netwerk (familie en vrienden) tijdens de zwangerschap.
De onderzoekers hielden in 2012 en 2013 in Rotterdamse achterstandswijken individuele interviews met 40 vrouwen tijdens de zwangerschap of het eerste jaar na de bevalling. De achtergrond van de vrouwen was Nederlands (12), Marokkaans (16) of Turks (12). Een selectie van hen deed daarna mee aan één van drie gemengde focusgroepen.
Alle vrouwen ontvangen tegenstrijdige adviezen van zorgverleners en hun sociaal netwerk, bijvoorbeeld over innemen foliumzuur, tijdstip eerste contact met verloskundige, lichaamsbeweging, gebruik maken van kraamzorg. De Nederlandse vrouwen zien geen probleem in tegenstrijdige adviezen. Ze geven de voorkeur aan het advies van de zorgverlener en vrezen niet voor sociale gevolgen als ze het advies openlijk opvolgen. Voor de vrouwen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond betekenen tegenstrijdige adviezen een dilemma. Als ze het ene advies opvolgen lijkt dat het opvolgen van het andere advies uit te sluiten en dat heeft mogelijk sociale gevolgen. De vrouwen gebruiken dan een van drie strategieën om dit dilemma te hanteren: a) het vermijden van het dilemma (in het geheim het advies van één van de partijen niet opvolgen), b) het omarmen van het dilemma (zelf een combinatie maken van de tegenstrijdige adviezen: “een beetje doen van allebei”), en c) het oplossen van het dilemma (communiceren met beide partijen). De laatste strategie komt alleen voor bij vrouwen van de tweede generatie die al moeder zijn en niet inwonen bij hun schoonouders.
De onderzoekers concluderen dat de huidige interventies ter verbetering van gezondheidsvaardigheden van niet-westerse allochtone zwangere vrouwen en de communicatie tussen hen en zorgverleners onvoldoende zijn en mogelijk dilemma’s verergeren. De auteurs denken daarbij aan voorlichting via de media en in de zorg over leefstijl en bevelen aan om in deze interventies zorgverleners en het sociaal netwerk van de vrouwen te betrekken.
Midwifery 2016; 35: 62–69