Kluiver de E, Offringa M, Walther FJ et al. Perinataal beleid bij extreme vroeggeboorte. Een onderzoek naar de implementatie van de richtlijn.Ned Tijdschr Geneesk 2013;157 Directe link naar de samenvatting van het artikel. In september 2010 is er door de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie een nieuwe richtlijn uitgebracht: ‘perinataal beleid bij extreme vroeggeboorte’. De ondergrens voor behandeling werd hierin verschoven van 25 naar 24 weken zwangerschapsduur. Vóór invoering van de richtlijn was behandeling van extreem vroeggeboren kinderen een uitzondering en overleefde 11% de eerste 28 dagen na geboorte. Hoe is de implementatie van de richtlijn verlopen in de 10 perinatologische centra in Nederland en wat voor invloed is er geweest op de vroege mortaliteit en morbiditeit? Er is statusonderzoek verricht van alle zwangeren die opgenomen zijn geweest van 1 oktober 2010 – 1 oktober 2011 vanwege dreigende vroeggeboorte bij een zwangerschapsduur tussen 23.5 en 25.6 weken. Er zijn 357 zwangeren opgenomen waarvan er 164 bevallen zijn van een extreme prematuur. Er zijn 192 kinderen geboren (185 levend): zeven bij 23-23.6 weken, 80 bij 24-24.6 weken en 105 bij 25-25.6 weken. Bij vijf van de kinderen geboren bij 23 weken werd toch een behandeling gestart. De overleving bij 24 weken was 43% en bij 25 weken 61%. Korte termijnmorbiditeit (oa. bloedingen en longproblematiek) treedt op bij 79% in de 24 weken en bij 71% van de 25 weken groep. Ouders zien in 6% af van behandeling. De overleving van extreem vroeggeboren is toegenomen tot 43% na een vlotte implementatie van deze richtlijn.