Eetstoornissen en zwanger worden
Fertility and prenatal attitudes towards pregnancy in women with eating disorders: results from the Avon Longitudinal Study of Parents and Children. Easter A, Treasure J, Micali N. BJOG 2011;118:1491–1498.
Directe link naar de samenvatting in BJOG
In de Avon Longitudinal Studie of Parents and Children (ALSPAC) in Engeland werden de effecten van eetstoornissen op fertiliteit en de houding tegenover zwangerschap bestudeerd. (april 1991-dec 1992). Er werden 14.663 zwangeren bij twaalf weken aangeschreven. Geïncludeerd werden: 171 met levenslange anorexia (AN), 199 met boulimia (BN), 82 met anorexia en boulimia (AN & BN) en 10.363 controle personen. Middels post-enquêtes bij twaalf en achttien weken zwangerschap werden er vragen gesteld over fertiliteit, kinderwens, duur tot zwangerschap en hun gevoelens bij de zwangerschap. Zwangeren met anorexia en anorexia & boulamie zagen vaker een arts vanwege infertiliteit.
De AN & BN groep deed er vaker > 6 maanden over om zwanger te worden en onderging meer fertiliteitsbehandelingen dan de controlegroep (6,2% tov 2,7%). In de AN groep bleek er een lagere kinderwens te bestaan en ontstonden er vaker ongeplande zwangerschappen dan in de controlegroep (41,5% versus 28,3%). Alle personen met eetstoornissen hadden negatievere gevoelens over de zwangerschap bij het ontdekken (not happy/very unhappy: n=426, 3,9%). Voorbij achttien weken hielden negatieve gevoelens langer aan in de groep AN & BN dan in de controlegroep (OR 2.3;1.3-4.1). Zorgverleners moeten zich ervan bewust zijn dat het belangrijk is om in de anamnese bij fertiliteit ook te vragen naar eetstoornissen. Kennis daarvan geeft de mogelijkheid om de psychologische begeleiding voor deze cliënten te optimaliseren.