Effect van aspirine +/- heparine op voorkomen miskraam
Kaandorp SP, Goddijn M, van der Post JAM et al. De Alife studie: aspirine en heparine of alleen aspirine bij vrouwen met herhaalde miskraam. NTOG vol.124 maart 2011
Bij vrouwen met een herhaalde miskraam (≥ 2 bij 3% van de paren met kinderwens) berust de oorzaak bij de helft op foetale chromosoomafwijkingen; daarnaast blijken vrouwen met erfelijke vormen van trombofilie een verhoogde kans te hebben. Doel van deze studie was de behandeling met antistolling te onderzoeken bij vrouwen met onverklaarde miskramen en kinderwens.
Van februari 2004 tot januari 2008 werden in acht Nederlandse ziekenhuizen vrouwen gerandomiseerd tussen de 18 en 42 jaar, met recidiverende miskramen. 364 vrouwen werden gerandomiseerd: dagelijks 80 mg aspirine + subcutaan nadoparine 2850 IE/dag (n=123), alleen aspirine (n=120) of een placebo (n= 121). Primaire uitkomstmaat: levendgeborene. Subgroepanalyses: aanwezigheid trombofilie, leeftijd (< of ≥ 36 jaar), levendgeboren kind in de anamnese en aantal miskramen (2 of ≥ 3) Van de 364 vrouwen werden er 299 zwanger en kregen 197 een levendgeboren kind. In de totale groep vrouwen kregen er 54,5% een levendgeboren kind in de groep ‘heparine+aspirine’, 50,8% in de aspirinegroep en 57% in de placebogroep (p=0.63). In de groep vrouwen die zwanger werden (n=299) kregen 69.1% een levendgeboren kind in de groep ‘heparine+aspirine’, 61,6% in de aspirinegroep en 67% in de placebogroep (p=0.52). Er werden geen significante verschillen gevonden in de subgroepanalyses.
Vrouwen in de heparine+aspirine en in de aspirinegroep bevielen een week eerder dan vrouwen in de placebogroep. Conclusie: aspirine met of zonder heparine dienen niet voorgeschreven te worden na recidiverende miskramen.
Directe link naar de gratis full text versie in NTOG
Directe link naar het gratis Engelse full text artikel in het NEJM