McDonald SW, Benzies KM, Gallant JE et al. A comparison between late preterm and term infants on breastfeeding and maternal mental health. Matern Child Health J 2012 DOI 10.1007/s10995-012-1153-1

Directe link naar de gratis full text versie van het artikel

De groep vroeg geboren baby’s is onder te verdelen in drie groepen: veel te vroeg (voor 32 weken), te vroeg (32-33 weken) en enigszins te vroeg (34-36 weken) geboren baby’s. Deze laatste groep omvat ongeveer zeventig procent van alle vroeg geboren baby’s en wordt bovendien groter. Vaak worden enigszins te vroeg geboren baby’s ondanks hun grotere kans op fysiologische problemen hetzelfde behandeld als à terme zuigelingen. Deze Canadese studie vergeleek borstvoeding, postpartum mentale gezondheid en zorggebruik tussen (moeders van) 77 à terme zuigelingen (na 380 weken) en 1.150 enigszins te vroeg geboren baby’s (340-366 weken). De onderzoekers gebruikten gegevens van een prospectieve cohortstudie waarin gevalideerde meetinstrumenten waren gebruikt voor angst, depressie, stress en ouderschapsmoraal (psychisch welbevinden van moeder). Ze controleerden voor eerdere mentale gezondheidsproblemen.

De enigszins vroeg geboren baby’s hadden meer kans op een langer ziekenhuisverblijf na de geboorte (mediaan 4 versus 1,5 dag) en op een heropname binnen vier maanden (15% versus 4%) dan à terme zuigelingen. Moeders van enigszins vroeg geboren baby’s gaven minder vaak binnen 24 uur borstvoeding (79% versus 98%) en ook minder vaak nog na vier maanden (69% versus 82%). Vroeggeboorte bij 34-36 weken was een onafhankelijke risicofactor voor verhoogde maternale angst, maar niet voor depressie, stress of lage ouderschapsmoraal.

Enigszins te vroeg geboren baby’s (340-366 weken) en hun moeders zijn kwetsbaar. Om beter aan hun behoeften te kunnen voldoen is nader longitudinaal onderzoek nodig naar de wisselwerking tussen stress, angst, depressie en ouderschaps­moraal en lange termijneffecten van vroeggeboorte.