Fysieke activiteit werkt preventief op het ontstaan en de ernst van cardiovasculaire aandoeningen. Men veronderstelt dat dit komt door reductie van oxidatieve stress, wat weer leidt tot een veranderde immunorespons en verbetering van de endotheliale dysfunctie. De vraag is of dit preventieve effect ook optreedt bij het ontstaan van pre-eclampsie en zwangerschapshypertensie.

Does physical activity in leisure time early in pregnancy reduce the incidence of preelampsia or gestational hypertension?
Vollebregt KC, Wolf H, Boer K et al. Acta Obstetrica et Gynecologia. 2010; 89:261-267.

Directe link naar de samenvatting in Acta Obstetrica et Gynecologia

Fysieke activiteit werkt preventief op het ontstaan en de ernst van cardiovasculaire aandoeningen. Men veronderstelt dat dit komt door reductie van oxidatieve stress, wat weer leidt tot een veranderde immunorespons en verbetering van de endotheliale dysfunctie. De vraag is of dit preventieve effect ook optreedt bij het ontstaan van pre-eclampsie en zwangerschapshypertensie.

Met gegevens uit de ABCD-studie (Amsterdam Born Children and their Development) kon een prospectieve cohort studie worden uitgevoerd in de niet geselecteerde, multiculturele Amsterdamse populatie. Tussen januari 2003 en maart 2004 ontvingen 12.377 nulipare vrouwen bij hun eerste prenatale controle een vragenlijst met onder andere vragen over fysieke activiteit in de vrije tijd gedurende de afgelopen week. Dit resulteerde in vier activiteitscategorieën: van ‘geen’ tot ‘hoog’. De primaire uitkomstmaten waren incidentie van pre-eclampsie en zwangerschapshypertensie. De respons was 67% (N =3.679). Na aanpassingen voor medische en sociodemografische confounders, zoals BMI, roken en etniciteit, blijkt er geen significante associatie te zijn tussen frequentie en intensiteit van sporten en een risico op zwangerschapshypertensie of pre-eclampsie.

Een preventief effect van ‘hoge’ fysieke activiteit is eerder beschreven, maar daarover kon in deze studie geen uitspraak gedaan worden vanwege de lage incidentie van zowel ‘hoge’ fysieke activiteit als pre-eclampsie (respectievelijk 8,7 en 3,5 %).