Genetische invloed op zwangerschapsduur en intra-uteriene groei
York TP, Eaves LJ, Naele MC et al. The contribution of genetic and environmental factors to the duration of pregnancy. AJOG 2014. DOI: 10.1016/j.ajog.2013.10.001
Directe link naar de samenvatting van het artikel.
De oorzaak van het spontane begin van de baring is complex. Zowel genetische als omgevingsfactoren spelen een rol. Biometrisch-genetisch onderzoek onder tweelingen, maar ook andere verwanten zoals halfbroers en zussen, neven en nichten is verbeterd en geeft inzicht in de bijdrage van genetische factoren aan spontaan begin van de baring. De onderzoekers voerden een review uit rond de vraag of en hoe foetale en maternale genetische factoren bijdragen aan verschillen in duur van de zwangerschap.
In Europese studies verklaren foetale genetische factoren 11 tot 35% van de verschillen en maternale genetische factoren 13 tot 20%. Dat is net zoveel of zelfs meer als de mate waarin bekende beïnvloedende omgevingsfactoren de interindividuele verschillen in duur van de zwangerschap verklaren, zoals lage SES. Alle studies laten echter zien dat genetische en reeds geïdentifi – ceerde omgevingsfactoren samen minder dan 50% van de verschillen verklaren. Dat betekent dat ruim 50% van de verschillen ontstaat door verschillen in zwangerschap-specifi eke omstandigheden. Deze uitkomst is van belang. Bijvoorbeeld als men het verschil in preterme geboorte tussen de Afrikaans-Amerikaanse en de Europees-Amerikaanse populatie wil begrijpen: respectievelijk 18 en 11,5%. Het verschil is niet zomaar toe te wijzen aan het verschil in etniciteit. De zogenaamde ‘omgevingsheterogeniteit’ speelt hier een grote rol.
De onderzoekers concluderen dat toekomstig onderzoek naar het menselijk genoom genetische factoren nader kan specifi ceren. Ook de nietgenetische omgevingsfactoren die per zwangerschap kunnen verschillen, moeten beter in kaart worden gebracht.