Gonokok wijzigt sneller dan voorschrijfgedrag
Koedijk FDH, Broek vd IVF, Stirbu-Wagner I et al.Resistentie tegen veel voorgeschreven antibiotica.Ned Tijdschr Geneesk 2013;157:A5642
Directe link naar de samenvatting van het artikel
De resistentie van gonokokken tegen chinolonen, waaronder ciprofl oxacine, is in Nederland gestegen van 7% in 2002 naar 26% in 2005 en 52% in 2009. De WHO hanteert 5% resistentie als grens voor het gebruik van een antibioticum als eerste keus bij infecties, terwijl het Amerikaanse Diasease and Prevention Center 3% hanteert. Sinds 2004 is cetrifaxon de eerste keus bij de behandeling van gonorroe.
Voor dit onderzoek werden gegevens geanalyseerd uit het Landelijke Informatie Netwerk van Huisartsen (LINH) uit de periode 2005-2010. Geïncludeerd zijn alle patiënten met gonorroe aan wie een antibioticum is voorgeschreven (n= 327; gemiddeld 55 patiënten per jaar). Er wordt over de jaren een toename gezien in het voorschrijven van derde generatie-cefalosporinen (cefotaxim) van 17% in 2005 tot 64% in 2010. Het voorschrijven van ciprofl oxacine is gedaald van 57% naar 24% in 2010. De NHG-standaard ‘het SOA-consult’ adviseert sinds 2004 om een antibioticum alleen op geleide van een resistentiekweek voor te schrijven. Huisartsen voeren niet vaak deze kweek uit.
In 2007 zijn deze bevindingen gemeld in het tijdschrift Huisarts en Wetenschap. Dit leidde niet tot een aanpassing in het voorschrijfgedag. Binnenkort verschijnt de update van de NHG-standaard. Het verdient aanbeveling om de implementatie te regelen via het elektronisch voorschrijfsysteem (EVS) én via andere kanalen. Consult-ondersteunende software binnen het huisarts-informatie- systeem kan er mogelijk voor zorgen dat huisartsen zich sneller conformeren aan de nieuwe SOArichtlijn.