Bolten MI, Fink NS, Stadler C. Maternal self-efficacy reduces the impact of prenatal stress on infant’s crying behavior. J Pediatr 2012.
Directe link naar de samenvatting

De prevalentie van huilbaby’s varieert in West-Europees onderzoek van 5-29%. In deze prospectieve studie werd onderzocht of er een verband is tussen prenatale stress en excessief huilen en onrustig gedrag van de pasgeborene op de leeftijd van zes weken. Tevens werd onderzocht of maternale zelf-effectiviteit het effect van prenatale stress verminderde. De volgende data werden verzameld bij 120 Zwitserse vrouwen (Bazel): socio-demografi sche kenmerken via een gestructureerd interview, stress en zelf-effectiviteit in het derde trimester met gevalideerde vragenlijsten, (huil)gedrag bij zes weken via een gevalideerde dagboekmethode gedurende drie dagen. Er werd gecorrigeerd voor verstorende variabelen, zoals SES, roken, alcohol en geboortegewicht. Moeders van huilbaby’s hadden prenataal meer symptomen van stress, depressie en angst. De variantie in huilgedrag bij zes weken werd voor 20% verklaard door prenatale stress en zelf-effectiviteit, waarbij hoge mate van zelf-effectiviteit het effect van stress dempte. De gevonden correlatie kan biologisch en sociaal-interactief verklaard worden. Hoge concentraties van stresshormonen (zoals cortisol) zijn van invloed op de ontwikkeling van de foetale hersenen. Het huilgedrag kan hierdoor afwijkend zijn, zodat de normale interactie tussen moeder en kind beïnvloed wordt.

De resultaten van de studie zijn beperkt te generaliseren, omdat de studiepopulatie vooral bestond uit hoogopgeleide vrouwen. Toch adviseren de auteurs zorgverleners om alert te zijn op prenatale stress. Voorlichting over ouderschap is belangrijk en zorgverleners moeten geschoold worden zodat zij kunnen interveniëren om de zelf-effectiviteit van vrouwen te bevorderen.