De kraamzorg in Nederland is sinds het onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in 2001 sterk verbeterd. Wel is de communicatie tussen kraamverzorgenden en ketenzorgpartners ontoereikend.

Het volledige rapport is te lezen op Kennispoort Verloskunde (eerst inloggen graag).

De kraamzorg in Nederland is sinds het onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in 2001 sterk verbeterd. Wel is de communicatie tussen kraamverzorgenden en ketenzorgpartners ontoereikend. Dit kan risico’s opleveren voor de kraamvrouw, het kind en het gezin. Dit constateert de IGZ in het rapport ‘Kraamzorg in ontwikkeling’ dat in april 2009 verscheen.

Met name de communicatie tussen kraamverzorgenden, verloskundigen, huisartsen en de jeugdgezondheidszorg moet beter.
Voor de communicatie tussen kraamverzorgenden en de verloskundige gaat het bijvoorbeeld om het kraamdossier. Het kraamzorgdossier wordt onvoldoende als communicatiemiddel in de keten gebruikt. Het is voor de kraamverzorgende niet altijd duidelijk of de verloskundige de rapportage gelezen heeft. Daarnaast hanteert de verloskundige een eigen rapportage.

In slechts een van de 68 onderzochte kraamdossiers was een aantekening van de verloskundige te vinden. Andere hobbels in de ketenzorg gaan over de vroegsignalering van (psychosociale) problemen en over kennis­gezondheidsrisico’s bij gezinnen van niet-Nederlandse afkomst. Tot slot bleek de medicatiebeveiliging en melding van incidenten en calamiteiten niet goed geregeld. De IGZ zal met de brancheorganisaties afspreken welke verbeteringen in de periode van 2009-2011 moeten worden doorgevoerd.