Giel van Stralen dook voor zijn promotieonderzoek diep in het derde tijdperk van de baring. Net als in andere Westerse landen is er ook in Nederland een toename van ernstig bloedverlies na de bevalling van 3,8% naar 5,7% in de periode van 2000-2008. Ten opzichte van 1995, blijkt dat eerstelijns verloskundigen en gynaecologen het derde tijdperk in 2011 veel vaker actief benaderen. Dit betekent dat zij vaker oxytocine geven, sneller afnavelen en proberen de moederkoek geboren te laten worden door voorzichtige en continue tractie aan de navelstreng. Door die laatste handeling komt bij 1 op 20.000 bevallingen de baarmoeder binnenste buiten door de vagina naar buiten (uterine inversie). Daarmee is het een zeldzame complicatie, maar wel een met ernstige gevolgen zoals levensbedreigend bloedverlies. Daarom is het advies aan verloskundigen en gynaecologen zich te scholen in herkenning en behandeling van deze aandoening. Uit de onderzoeksgegevens blijkt namelijk dat ook laag-risicovrouwen deze complicatie kunnen krijgen.

Het onderzoek toont verder aan dat het gebruik van misoprostol geen toegevoegde waarde heeft ten opzichte van de gebruikelijke methode om de vastzittende placenta handmatig uit de baarmoeder te verwijderen onder algehele narcose. Deze reguliere behandeling gaat gepaard met een hoog risico op ernstig bloedverlies, infectie en schade aan het baringskanaal. Door langer te wachten wordt alsnog de helft van het aantal placentae spontaan geboren. Toch adviseert Van Stralen om de definitie van een vastzittende moederkoek aan te passen en na dertig minuten reeds te spreken van retentio placentae. Langer wachten kan een manuele placenta verwijdering weliswaar voorkómen, maar gaat gepaard met een hoger risico ernstig bloedverlies.

Om de kans op ‘uterine inversie’ te verkleinen adviseert de onderzoeker alleen ‘controlled cord traction’ toe te passen als de baarmoeder goed gecontraheerd is. Zolang er geen veilig alternatief bestaat voor een manuele placenta verwijdering dienen vrouwen met een verhoogd risico op een afwijkend ingegroeide placenta in een ziekenhuis te bevallen waar een embolisatie mogelijk is, aldus Giel van Stralen.

 

De meest volledige versie van het proefschrift is te downloaden op de site van de Universiteit Leiden.