Meerderheid gezonde zwangeren komt teveel of te weinig aan
Daemers DOA, Wijnen HAA, van Limbeek EBM, et al. Patterns of gestational weight gain in healthy, low-risk pregnant women without co-morbidities. Midwifery. 2012:04.012
Directe link naar de samenvatting
Er is nog weinig bekend over het effect van prenatale gewichtstoename in relatie tot Body Mass Index (BMI) classificatie (Tabel 1) op perinatale uitkomsten bij zwangere vrouwen zonder co-morbiditeit. Als eerste stap onderzocht deze Nederlandse studie de prevalentie van obesitas en de spreiding van prenatale gewichtstoename in relatie tot de meest recente richtlijnen voor gewichtstoename van het Amerikaanse Institute of Medicine
(IOM, 2009, Tabel 1).
De onderzoekers analyseerden gegevens van 1.449 a priori laag-risico zwangere vrouwen uit vijf verloskundige praktijken in de regio Eindhoven in een prospectieve cohort studie tussen 2002-2004. Omdat er toen nog weinig aandacht was voor gewicht en gewichtstoename in de zwangerschap, hebben richtlijnen, medisch advies of persoonlijke meningen van zorgverleners de resultaten waarschijnlijk nauwelijks beïnvloed. De verloskundigen deden de gewichtsmetingen met geijkte weegschalen bij 12, 24 en 36 weken zwangerschap. BMI (kg/m2) werd berekend uit gewicht bij twaalf weken en zelf gerapporteerde lengte.
Bij twaalf weken had 1,4% van de vrouwen ondergewicht, 53,8% normaal gewicht, 29,6% overgewicht en 15,1% obesitas volgens de WHO-classificatie van BMI. Zestig procent van de vrouwen voldeed niet aan de IOM richtlijnen: 33,4% kwam te weinig aan en 26,7% kwam te veel aan. Er was een significant negatief verband (p < 0.001) tussen BMI-klasse in het eerste trimester en gewichtstoename: hoe hoger de BMI-klasse, hoe minder de gemiddelde gewichtstoename was.
Toch hadden, vergeleken met vrouwen met normaal gewicht, vrouwen met overgewicht en obese vrouwen klasse I significant hogere risico’s om de IOM-richtlijnen te overschrijden. Omgekeerd hadden vrouwen met een normaal gewicht juist een significant hoger risico om minder aan te komen dan de IOM- richtlijnen. Obese vrouwen klasse II-III hadden significant hogere risico’s om minder en om meer aan te komen dan de IOM-richtlijnen.
De conclusie is dat de gewichtstoename van de meerderheid van de vrouwen niet binnen de IOM-richtlijnen zou blijven indien deze geïmplementeerd zouden zijn. Het is nog niet bekend wat de gevolgen zijn voor zwangerschap en gezondheidsuitkomsten van a priori gezonde zwangere vrouwen bij het niet voldoen aan de IOM-richtlijnen. Interventies om gewichtstoename volgens de IOM-richtlijnen te bevorderen, zouden aanzienlijke invloed hebben op vrouwen en zorgverleners. Daarom moet inzicht worden verkregen in de voor- en nadelen van dergelijke interventies voordat deze ingezet worden.