Opbrengst van vaginaal bevallen bij een stuitligging
Term breech deliveries in the Netherlands: did the increased ceasarean rate affect neonatal outcome? A population based cohort study. Vlemmix F, Bergenhenegouwen L, Schaaf JM et al. Acta Obstet Gyneacol Sand 2014;93:888-896. DOI: 10.1111/aogs.12449
Directe link naar de volledige gratis versie van het artikel.
Na de Term Breech Trial is het aantal electieve sectio’s bij een stuitligging in Nederland gestegen van 24% naar 60%. In Nederland kiest 40% van de vrouwen om vaginaal te bevallen bij een stuitligging a terme. Maar leidt deze keuze ook tot een lagere neonatale mortaliteit en morbiditeit? Er werd een cohort samengesteld uit de Perinatale Registratie Nederland (PRN) van eenlingzwangerschappen (1999-2007): van de 1,4 miljoen bevallingen lag 4,4% van de kinderen in stuit. In de groep die vaginaal bevalt, is het aantal spoedsectio’s gestegen van 35 naar 45% na 2000.
Er wordt in deze groep géén daling van de perinatale sterfte gezien: 1.7‰ vóór 2000 en 1.6‰ na 2000. Een electieve sectio is geassocieerd met een lager risico op slechte neonatale uitkomsten vergeleken met een vaginale bevalling: OR 0.14 (0.11-0.18), waarbij de prevalentie van een lage Apgarscore en de neonatale morbiditeit verbeteren met respectievelijk 88% en 76%. Sinds 2000 worden er in Nederland 1.692 sectio’s per jaar extra verricht.
Het aantal sectio’s wat gedaan moet worden om één neonatale sterfte te voorkomen is 338. De veiligheid van een electieve sectio moet volgens de auteurs afgewogen worden tegen een litteken in de uterus voor de toekomst. De boodschap hierbij is dat het loont om in te zetten op een versie, zodat het aantal stuitliggingen a terme met 55% vermindert.