Overlevers doen het beter dan we dachten
Waal de C, Weisglas-Kuperus N, Goudoever van JB et al. for the Neoned Study Group and the LNF Study Group: Mortality, Neonatal Morbidity and Two Year Follow-Up of Extremely Preterm Infants Born in the Netherlands in 2007, PloS ONE 7(7):e41302.doi:10.1371 Directe link naar de gratis full text versie van het artikel In Europa bedraagt de perinatale sterfte van kinderen < 27 weken 40-70%. In Nederland geldt een restrictie in actieve behandeling van extreem premature kinderen < 25 weken. Kinderen hebben meer kans om te overleven, waarmee het aantal handicaps toeneemt. In Nederland is de PrePre-study gedaan in 2007 waarbij data uit alle tien perinatologische centra verzameld werden van alle kinderen geboren met een zwangerschapsduur van 230-266 weken. Data werden verkregen uit de Dutch Neonatal Centres (Neoned), het Netherlands perinatal Registry (NPR) en de Dutch Neonatal Follow-Up (LNF) Study Group. De onderzoeksgroep bedroeg 345 kinderen: 276 werden levend geboren (80%); 69 werden doodgeboren en 44 kinderen werden na zwangerschapsafbreking geboren. Van de levend geboren kinderen stierven er 96 (35%) binnen zes dagen postpartum. Laat neonataal overleden er 29. Voordat de kinderen het ziekenhuis verlieten stierven er 132 (48%). Overlevingskansen bij 23, 24, 25, 26 weken waren respectievelijk 0%, 7%, 58% en 71%. Ernstige morbiditeit bestond uit bronchopulmonale dysplasie, retinopathie door prematuriteit graad 3 en intracraniële bloedingen. Op de leeftijd van twee jaar bleken van de 144 overlevenden 71% geen afwijkingen te hebben, 17% milde en 12% ernstige afwijkingen. Voorspellende factoren voor ernstige afwijkingen waren: ernstige hersenbloedingen, ernstige retinopathie, lage zwangerschapsduur en het hebben van een niet-Nederlandse moeder. Als we naar eerdere studies kijken, dan blijken kinderen die overleven minder ernstig beschadigd te zijn dan we dachten.