Zwangeren hebben in 7,5% eetstoornissen volgens DSM-IV (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders). Psychiatrische stoornissen als depressie, angststoornissen zijn daarmee geassocieerd. De NEST-p studie (The Nutrition and Stress in Pregnancy) onderzocht zwangeren met huidige eetstoornissen (C-ED) en eetstoornissen in het verleden (P-ED) en vergleek deze groepen met gezonde zwangeren (HC). Eetstoornissen, depressie en angst werden vroeg in de zwangerschap, in het derde trimester en bij acht weken en zes maanden postpartum gemeten met de Eating Disorder Diagnostic Scale (EDDS). Er werden vragen gesteld over terughoudendheid om te eten, zorgen over eten, gewicht en uiterlijk.

Van de geworven 1.124 zwangeren zijn er 31 zwangeren met C-ED, 29 met P-ED en 57 HC geanalyseerd. Vrouwen met C-ED en P-ED hebben verhoogde EDDS-scores op alle meetmomenten ten opzichte van HC. In alle groepen daalden de scores ten aanzien van zorgen over gewicht en uiterlijk postpartum. Bij zes maanden zijn de scores va C-ED en P-ED vergelijkbaar maar hoger dan in de HC groep (zie figuur 1). De ED groepen scoren hoger voor angst dan de HC-groep, vooral postpartum.

Het blijkt dat in de zwangerschap de scores binnen één groep afnemen. Daarom zou dit volgens de onderzoekers het goede moment zijn om een behandeling in te zetten. Vrouwen met eetstoornissen in het verleden hebben een hoog risico op psychopathologie in de perinatale periode en het is van belang hier alert op te zijn als zorgverlener. Obese vrouwen geven minder vaak borstvoeding.