Postpartum depressie, een analyse.
Räisänen S, Letho S, Svarre Nielsen H et al. Fear of childbirth predicts postpartum depression: a polulation-based analysis of 511422 singleton births in Finland. BMJ open 2013. DOI:10.1136/bmjopen-2013-004047.
Directe link naar de volledige versie van het artikel.
Bekend is dat zwangerschap en bevalling kunnen leiden tot postpartum depressie. Over de prevalentie van postpartum depressie wordt in de literatuur verschillend gerapporteerd. Er zijn uiteenlopende definities van postpartum depressie in omloop. Er is variatie in de methode van het vaststellen van de diagnose (bijvoorbeeld door een zelfhulpvragenlijst of door een arts) en de onderzochte populaties naar postpartum depressie zijn vaak klein. Deze studie in Finland probeert door middel van een nationaal case-control onderzoek onder 511.422 eenlinggeboorten in 2002- 2010 een antwoord te vinden op de vraag hoe vaak een postpartum depressie precies voorkomt en welke factoren van invloed zijn op het ontwikkelen van een postpartum depressie.
Er zijn verschillende variabelen meegenomen zoals achtergrond, leefstijl, informatie over (eerdere) zwangerschappen en bevallingen en gezondheid. De prevalentie van postpartum depressie is 0.3%. Voor de vrouwen zonder depressie in de voorgeschiedenis is dit 0.1% en voor vrouwen met een depressie in de voorgeschiedenis is dit 5.3%. Nullipariteit, leeftijd boven de veertig jaar, roken, onduidelijke SES en het niet hebben van een vaste relatie komen vaker voor bij vrouwen die een post partum depressie hebben. Daarnaast komen complicerende factoren gerelateerd aan zwangerschap en bevalling zoals prematuriteit, een gecompliceerde bevalling, opname op de kinderafdeling, een lage APGAR-score vaker voor bij vrouwen die een postpartum depressie gediagnosticeerd hebben gekregen. Het blijkt dat een depressie in de zwangerschap de grootste risicofactor is voor het krijgen van een postpartum depressie (OR: 139.35; 120.40-161.28).
Voor vrouwen die angst hebben voor de bevalling geldt een verhoogd risico op postpartum depressie (OR: 2.71; 1.98-3.71). Voor vrouwen met een depressie in het verleden is dit risico zelfs drie keer hoger (OR: 3.14; 2.72-3.64). Een nadeel van deze studie is dat de diagnose postpartum depressie binnen zes weken postpartum door de huisarts vastgesteld moest zijn. Mogelijk zijn er meer vrouwen die alle klachten vertonen van een postpartum depressie maar die niet naar de huisarts gaan en/of pas later aan de bel trekken dan zes weken postpartum.