Preventierichtlijn streptokokkeninfecties pasgeborenen moet op de schop
Group B Streptococcus and Pregnancy; Towards an optimal prevention strategy for neonatal Group B Streptococcal Disease, Arijaan Valkenburg-van den Berg, 7 november 2012, Universiteit Leiden
Directe link naar het volledige proefschrift op Kennispoort Verloskunde
LET OP: U moet ingelogd zijn om de PDF’s van de proefschriften te kunnen downloaden.
Gynaecoloog Arijaan Valkenburgvan den Berg deed onderzoek naar de preventie van Groep B streptokokken (GBS) besmetting en concludeert dat de Nederlandse richtlijn verbeterd moet worden. Circa één op de vijf vrouwen in Nederland draagt GBS bij zich. Doordat de bacterie zich in en rond de vagina bevindt, kan deze tijdens de bevalling op het kind worden overgebracht. Circa 300 pasgeborenen per jaar krijgen bloedvergiftiging, long- of hersenvliesontsteking als gevolg van een GBS-infectie.
In Nederland geldt sinds 1998 de NVOG-richtlijn ter voorkoming van GBS-besmetting van pasgeborenen, maar die werkt in Valkenburgvan den Bergs optiek in onvoldoende mate. De belangrijkste verbetering zou de invoering van een combinatiestrategie zijn. Dat houdt in dat er standaard bij elke zwangere vrouw een kweekje wordt afgenomen om te bepalen of ze GBS bij zich draagt. Maar als dat zo is betekent dat niet automatisch dat ze tijdens de bevalling antibiotica krijgt. Dat gebeurt alleen als er sprake is van omstandigheden die het risico op een ziek kind verhogen: koorts bij de bevalling, blaasontsteking door GBS tijdens de zwangerschap, vroegtijdige geboorte, een eerder kind met GBS-infectie of langer dan achtien uur gebroken vliezen. Valkenburg merkt op dat terughoudendheid in het toedienen van antibiotica nodig is, omdat grootschalig gebruik ertoe kan leiden dat bacteriën er ongevoelig voor worden.
De promovenda stelt dat nog veel kleine verbeteringen mogelijk zijn in de preventieketen: Landelijke en lokale preventierichtlijnen moeten juist geïmplementeerd worden en de communicatie erover moet duidelijk zijn. Daarnaast is het belangrijk dat zorgverleners op de hoogte zijn van het beste tijdstip en de manier van afnemen van GBS-kweken en de analyse ervan. Ook is het zaak dat het ziektebeeld van GBS snel herkend wordt en er duidelijke afspraken komen over de observatie of behandeling van pasgeborenen waarvan de moeder GBS draagster was tijdens de bevalling.
TNO Gezond Leven onderzoekt momenteel in opdracht van van ZonMW (nr. 200320008) twee strategieën voor de preventie van vroeg-neonatale GBS-ziekte. Als eerste wordt de eerder genoemde combinatiestrategie onderzocht. Als tweede mogelijkheid wordt niet gescreend tijdens de zwangerschap, maar krijgen wel alle vrouwen met een risicofactor antibiotica tijdens de bevalling. TNO onderzoekt hoe deze strategieën het meest (kosten)effectief toegepast kunnen worden in de praktijk. Het onderzoek loopt tot 2014 en de resultaten zullen opgenomen worden in een advies aan de Gezondheidsraad, zodat een nieuw protocol in 2015 of 2016 ingevoerd kan worden.