Proefschrift: Rol van zaadonderzoek in voorspellen spontane zwangerschap beperkt
Impact of the male factor on the prediction of natural conception, Esther Leushuis, 6 september, VU Amsterdam
Directe link naar de volledige versie van het proefschrift op Kennispoort Verloskunde
LET OP: U moet ingelogd zijn om de PDF’s van de proefschriften te kunnen downloaden.
Het is moeilijk om de kans op een spontane zwangerschap in een betrouwbare concrete kans weer te geven, omdat niet alle oorzaken waardoor het niet lukt om zwanger te raken bekend zijn. Het meest gebruikte model om de kans op spontane zwangerschap te voorspellen is het Hunault-model uit 2004. Het bevat vijf voorspellende variabelen: leeftijd van de vrouw, duur van de subfertiliteit, subfertiliteit primair of secundair (van de vrouw), semenmotiliteit (spontane beweeglijkheid) van de eerste semenanalyse, en verwijsstatus.
In deze promotiestudie is onderzocht wat het mannelijke aandeel is bij het voorspellen van vruchtbaarheidsproblemen. Wetenschappelijke studies laten zien dat subfertiliteit in een kwart van de paren een mannelijke oorzaak heeft. Als er sprake is van een mannelijke oorzaak van subfertiliteit, dan is dat bijna altijd een afwijkende bevinding in de semenanalyse. Helaas moet Leushuis concluderen dat de rol van zaadonderzoek in het voorspellen van spontane zwangerschapskansen bescheiden is.
De promovenda analyseerde de gegevens van 5.240 mannelijke partners van subfertiele paren en constateerde dat er een substantieel verschil was tussen de uitkomsten bij een herhaalde semenanalyse bij eenzelfde man. Internationale richtlijnen bevelen extra semenanalyses aan, maar uit dit proefschrift blijkt dat herhaling van het zaadonderzoek, al dan niet bij hetzelfde lab, niet de oplossing is. Ze slaagde er wel in om de voorspellende waarde van het Hunaultmodel significant te verbeteren, door meer informatie toe te voegen uit de eerste semenanalyse: het semenvolume en de semenconcentratie. Verder concludeerde ze dat het niet gerechtvaardigd is om routinematig de antisperma-antilichamentest (MAR) en samenlevingstest (PCT) uit te voeren in het oriënterend fertiliteitsonderzoek.