Proefschrift: Vraag naar ruggenprik bij bevalling verdrievoudigd in Nederland
Martine Wassen, 12 december 2014, Universiteit Maastricht, Epidural analgesia during labour: choices and consequences’.
Directe link naar de volledige versie van het proefschrift op Kennispoort Verloskunde
LET OP: U moet ingelogd zijn om de PDF’s van de proefschriften te kunnen downloaden.
Het percentage vrouwen dat vraagt om epidurale analgesie bij de bevalling is in Nederland tussen 2003 en 2012 gestegen van 5,4% naar 17,9%. In diezelfde periode is het aantal kunstverlossingen nauwelijks toegenomen. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Martine Wassen van Maastricht UMC+ en Atrium Medisch Centrum Parkstad. De timing van de ruggenprik blijkt niet van belang. Lang was de aanname dat de vrouw eerst minimaal vier centimeter ontsluiting zou moeten hebben voordat zij een ruggenprik zou mogen krijgen. Om zodoende niet het bevallingsbeloop te verstoren. Dat kan dus echter ook eerder.
Sinds de invoering van de landelijke richtlijn zouden vrouwen binnen een uur een ruggenprik moeten kunnen krijgen. Volgens Wassen is dat nog niet in ieder ziekenhuis het geval. Academische centra zijn daar wel 24 uur per dag voor uitgerust, maar uit een telefonisch onderzoek in 2010 bleek slechts 57% van de algemene ziekenhuizen binnen een uur de ruggenprik te kunnen zetten.
Wassen is geen voorstander van het invoeren van de ruggenprik als standaardbehandeling. Uit één van de studies blijkt dat het standaard aanbieden van de ruggenprik leidt tot meer bijwerkingen, zoals lage bloeddruk, bewegingsbeperking in de benen en ook een hoger risico op een kunstverlossing. Dit in tegenstelling tot de groep vrouwen die uitsluitend op verzoek pijnstilling kreeg.