Reactie op stelling: Screening op depressie moet bij alle zwangeren
De stelling in de afgelopen periode luidde: ‘Screening op depressie moet bij alle zwangeren plaatsvinden’. Deze stelling vloeit voort uit de Engelse NICE-richtlijnen voor verloskundige zorg, waarin deze aanbeveling is opgenomen. Onbehandelde depressie kan negatieve gevolgen kan hebben voor moeder en kind, bijvoorbeeld vroeggeboorte. De meest bekende screening is de Edinburgh Depression Scale (EDS), de nieuwe naam van de gevalideerde veelgebruikte Edinburgh Postnatal Depression Scale van tien vragen (totaal score 0-30). Voor de Nederlandse situatie is in Tilburg een aangepaste screening ontwikkeld, waarover Bergink et al. eind vorig jaar publiceerden in in J Psychosom Res (2011;70:385-389).
Van de 108 mensen is 60% het eens met de stelling, 36% oneens en 4% weet het niet. We vroegen om een reactie aan verloskundige Evelien van Wetering. In haar afstudeerscriptie aan de Acedemie voor Verloskunde Maastricht, geschreven met S. v.d. Heijden en F. Jelsma, staat beschreven hoe zij zouden screenen op prenatale depressie. Deze scriptie is te lezen in de bibiotheek van Kennispoort Verloskunde.
Evelien van Wetering: “Het is een verrassende maar zeer mooie uitslag. De uitslag geeft weer dat steeds meer het belang in gezien wordt van het screenen op en het behandelen van een prenatale depressie.”
Over prenatale depressie wordt zowel in de landelijke media als in de wetenschappelijke literatuur in toenemende frequentie gepubliceerd. Dit is dus ook het moment om hier een visie over te ontwikkelen. In Nederland bestaat geen richtlijn en dus moeten verloskundigen hier een eigen beleid in zien te vormen.
Prenatale depressie is een zwaar onderwerp. Een zwangere met misselijkheidklachten wordt door de verloskundige voorzien van adviezen. Maar wat doet de verloskundige met een zwangere die depressief is? Signaleert zij dit en wanneer en naar wie verwijst zij deze cliënten?
Dit zijn relevante vragen voor de verloskundige zorgverlening. Één op de tien zwangeren heeft een depressie1. Dat betekend dat op een gemiddeld verloskundig spreekuur van 20 zwangeren twee cliënten een prenatale depressie hebben. Deze zwangeren hebben o.a. een verhoogd risico op een laag geboortegewicht (OR 1.19)2,3, AS <7 na 5 min (OR 1.74)3, postpartum depressie4 en op een kind met gedragsproblematiek2.
Voor de dagelijkse verloskundige praktijk is het noodzakelijk om tot een landelijke richtlijn te komen.
Directe link naar de scriptie van Evelien van Wetering et al (inloggen om PDF te kunnen downloaden).
De nieuwe stelling luidt ‘De begeleiding van verschillende baringshoudingen, dient opgenomen te worden in het vaardigheidsonderwijs en de stage van de opleiding tot verloskundige’. Lees de toelichting op onze website en breng uw stem uit.