Reactie stelling: recht op continue ondersteuning
De stelling in de afgelopen periode luidde: ‘Alle vrouwen hebben recht op continue ondersteuning tijdens de baring’.
De stelling komt voort uit het proefschrift van Marlies Rijnders. Daarin concludeert ze dat ondermeer dat vrouwen meer positieve en minder negatieve gevoelens hebben over zichzelf tijdens de baring, als dezelfde zorgverlener aanwezig is van het begin tot het einde van de bevalling. Dat is ongeacht de plaats van de bevalling, verwezen zijn, eerste of volgend kind, soort bevalling.
Maar liefst 95% van de circa zestig stemmers was het eens met de stelling. Slechts twee personen zijn het oneens.
We vroegen om een reactie aan Trudy Klomp, onderzoeksleider bij de Deliverstudie: “Deze stelling van Marlies Rijnders lijkt mij zeer goed te onderbouwen met de recente resultaten van de Deliverstudie waarvan de data in de periode van 2010 en 2011 zijn verzameld in verloskundige praktijken verdeeld over heel Nederland (gegevens van ruim 7.800 clienten).
De resultaten van deze studie geven aan dat de aanwezigheid van dezelfde eigen verloskundige of waarneemster bij de bevalling de meest bepalende factor is voor de mate van tevredenheid met de geleverde zorg tijdens de baring.
In de Deliverstudie is deze mate van tevredenheid gedurende een bepaalde periode (zwangerschap, bevalling en kraamperiode) geevalueerd door de clienten met een rapportcijfer tussen de 010 waarbij 0 staat voor zeer slechte zorg en 10 voor uitmuntende zorg. Voor de zorg tijdens de bevalling scoren de clienten met een gemiddelde van 8.8. De resultaten laten zien dat 87% hoger of gelijk dan een 8 scoort en en 2% lager of gelijk aan en 5 scoort. Ook blijkt uit de literatuur dat het gevoel van controle van de barende vrouw een belangrijke bepalende factor is voor de tevredenheid over de bevalling (Green, 2003, Hodnett, 2010). Dit gevoel van controle kan onder andere bevorderd worden door de volgende factoren: 1) het gevoel hebben in goede handen te zijn, 2) als er goed geluisterd wordt’ en 3) als de barende invloed heeft op de besluitvorming tijdens de baring.
Ook blijkt uit de Deliverstudie dat als de eigen verloskundige/waarneemster aanwezig is tijdens de baring, de barende het grootste gevoel van controle ervaart. Kortom de Deliverstudie (en natuurlijk deze niet alleen) ondersteunt de stelling van Marlies Rijnders hiermee voldoende.”
Het volledige proefschrift van Marlies Rijnders kunt u downloaden op Kennispoort Verloskunde.
De stelling voor de komende periode luidt: Het derde-trimester echo moet ingevoerd worden om groeivertragingen tijdig op te sporen.
Lees een toelichting op de stelling op de site en geef uw mening met de nieuwe reactiemogelijkheid.