De Weger FJ, Hukkelhoven ChWPM, Serroyen J et al. Advanced maternal age, short interpregnancy interval, and perinatal outcome. Am J Obstet Gynecol 2011;204:421.e1-9

Een kort interval tussen zwangerschappen (kort IPI: <6 maanden) is, zoals bekend, geassocieerd met verhoogd risico. Vrouwen die hun eerste zwangerschap uitstellen hebben vaker een kort IPI. Tevens is bekend dat met toename van de maternale leeftijd het risico op preterme partus, low birth weight (LBW) en small for gestational age toeneemt. Echter, mogelijk zijn deze risico’s minder uitgesproken als er sprake is van kort IPI op hogere leeftijd.

Er is een retrospectieve cohortstudie uitgevoerd onder 263.142 Nederlandse vrouwen die voor de tweede keer bevielen, in de tweedelijn, tussen 2000 en 2007. Kort IPI kwam voor bij 4% van de gehele populatie en bij 10% van de vrouwen ≥40 jaar. Na correctie voor etniciteit, sociaaleconomische status en kunstmatige bevruchtingstechnieken is na een kort IPI de kans op preterme partus significant verhoogd (OR 1.92), evenals op LBW (OR 1.22). Hogere maternale leeftijd (≥40 jaar) is alleen van invloed op LBW (OR 1.47). Bij combineren van een kort IPI met maternale leeftijd blijkt de kans op preterme partus voor oudere vrouwen (≥35 jaar én kort IPI) significant kleiner dan voor de referentiegroep (25-29 jaar én kort IPI): OR 0.72. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de leeftijd in jaren mogelijk niet gelijk opgaat met de zogenoemde ovariële leeftijd. Vrouwen ≥35 jaar die gemakkelijk een tweede keer zwanger worden hebben dan een ‘jongere’ ovariële leeftijd.

Directe link naar de samenvatting in Am J Obstet Gynecol