Sfincter leasies: daarna een sectio?
Baghestan E, Irgens LM, Børdahl PE et al. Risk of recurrence and subsequent delivery after obstetric anal sphincter injuries. BJOG 2012;119:62–69
Directe link naar de samenvatting
Bij vaginale partus treedt er bij 1-10% van de vrouwen schade van de anale sfincter op (Obsteric anal sphincter injuries: OASIS). Complicaties die beschreven werden zijn pijn, dyspareunie en urine- en feaces incontinentie. In Noorwegen werd een studie gedaan naar het opnieuw optreden van een sfincterruptuur na een tweede of derde bevalling. Uit het Medical Birth Register werden 828.864 moeders geïncludeerd (1967-2004) die bevallen waren van een kind in hoofdligging dat ≥ 500 gram woog. Sectio’s werden geëxcludeerd. Bij de eerste partus kreeg 2,8% een OASIS: een derde of vierde graads ruptuur. Confounders: jaar van bevallen, kunstverlossing, geboortegewicht en ziekenhuis. Het herhaalrisico na één keer OASIS was 4,2% en na twee keer OASIS 10,6% in vergelijking met vrouwen zonder OASIS. Positief geassocieerd met het herhaald optreden van OASIS waren: instrumentele geboorte, een geboortegewicht van > 3.500 gram en een ziekenhuis met > 3.000 bevallingen per jaar. Er waren geen significante verschillen in opnieuw zwanger worden na een OASIS (66,7 % in vergelijking met vrouwen zonder OASIS (76,9%). Van vrouwen die één keer een OASIS hadden, beviel 7,2 % per sectio bij de tweede bevalling en 8% bij de derde bevalling (zie figuur). Na zowel een OASIS bij de tweede als derde bevalling was het geplande sectiopercentage ruim dertien keer zo hoog dan bij vrouwen zonder OASIS (OR:13.4; 9.1-19.7).