Startmoment en methode van persen vergeleken
Deze Cochrane review van 20 studies van wisselende methodologische kwaliteit naar de effecten van verschillende startmomenten en technieken van persen tijdens de uitdrijving op maternale en neonatale uitkomsten.
Bij het startmoment van het persen vergelijkt de review de effecten van direct starten na het meten van volledige ontsluiting met het wachten op persdrang (13 studies, 2.879 vrouwen met epiduraal). Wachten op persdrang verlengt de uitdrijvingsfase met 54 minuten (gemiddeld verschil 54,29 min; 38,14 – 70,43; 10 studies, 2.797 vrouwen). Echter, wachten verkort het actief persen met 20 minuten (gemiddeld verschil – 20,10 min; -36,19 tot -4,02, 10 studies, 2.680 vrouwen).
Bovendien is dan de kans op een spontane geboorte groter (RR 1,07; 1,03 – 1,11, 12 studies, 3.114 vrouwen). Er is geen verschil in perineumschade, episiotomie percentage, Apgarscore en kans op opname op de neonatologie. Wel is er een significant verband tussen wachten op persdrang en een grotere kans op een lage navelstreng pH en zijn de kosten voor de natale zorg iets hoger. (één studie, 1.862 vrouwen)
Bij de methode van persen vergelijkt de review de effecten van de Valsalva Maneuvre (VM), met alle andere perstechnieken (7 studies, 815 vrouwen, met en zonder epiduraal). Bij VM neemt de vrouw een diepe hap lucht en houdt deze vast. Er is geen verschil in de duur van de uitdrijvingsfase, geen duidelijk verschil in perineumschade en episiotomie percentage. Ook de Apgarscore na 5 minuten en het aantal opnames op de neonatologie verschillen niet significant. Wel is de duur van het persen vijf minuten korter in de spontane groep (één studie, 100 vrouwen).
De auteurs concluderen dat er geen grote verschillen in uitkomsten zijn tussen de perstechnieken. Er is dus geen rechtvaardiging voor het aanbieden van slechts één van deze technieken. Bij het kiezen van persmethode en bij de beslissing om direct te starten met persen of te wachten op persdrang moeten de voorkeur van de vrouw en de klinische aspecten leidend zijn.
Cochrane Review 2015,10;CD009124