Stoppen met roken loont altijd
Bickerstaff M, Beckman M, Gibbons K et al. Recent cessation of smoking and its effect on pregnancy outcomes. ANZJOG 2012;52:54-58.
Directe link naar de gratis full text versie van het artikel
Roken van de moeder is gerelateerd aan slechtere zwangerschapsuitkomsten. In eerder onderzoek is gesuggereerd dat minderen of stoppen met roken net vóór of tijdens de zwangerschap een reductie van risico’s zou geven. In Brisbane werden data uit het Mater Mother’s Hospital Obstetrical Reporting System van 1997-2006 verzameld over de rookstatus van zwangeren bij de eerste controle. Er werd een cohort van 30.524 zwangeren verzameld, waarvan 15,4% (n= 4.710) rookte. De primaire uitkomstmaten waren ‘small for gestational age’ (SGA, geboortegewicht <p3 of <p10) en vroeggeboorte (< 37 weken). Vergeleken met niet-rokers hadden rokers een verhoogd risico op SGA <p10 (OR:2.26; 2.08-2.47), SGA <p3 (OR:2.41; 2.14-2.73), vroeg geboorte (OR:1.42; 1.28-1.52), placenta praevia en het vroegtijdig breken van de vliezen (PROM). Er was geen signifi cant verhoogd risico op perinatale sterfte (OR:1.36; 0.99-1.87).
Vanaf augustus 2004 tot december 2006 werd bij de intake specifi ek gevraagd naar het onlangs (<12 maanden) stoppen met roken: dit cohort bedroeg 7.801 zwangeren, waarvan 57% nulliparae waren. Het cohort bestond uit 5.422 niet-rokers (69,5%), 12,1% recent gestopte rokers en 18,4% rokers. Vergeleken met rokers hadden zwangeren die recent gestopt waren minder kans op een SGA, zowel <p10 (OR 0.43;0.33-0.57) als <p3 (OR 0.46; 0.31-0.68). Er waren geen verschillen in vroeggeboorte. Als recente stoppers vergeleken werden met niet-rokers, waren er geen signifi cante verschillen in de uitkomstmaten: SGA, vroeggeboorte, placenta praevia, solutio placenta, PROM en perinatale sterfte.