Deze Canadese case-control studie kijkt naar de relatie tussen chronische stress en de kans op vroeggeboorte. Voor het meten van chronische levenslange stressoren hebben de onderzoekers een vragenlijst samengesteld over individuele en contextuele variabelen die stress beïnvloeden. Deze vragenlijst bevat onder andere al bestaande gevalideerde vragenlijsten over stress en persoonlijke achtergrond. Onderwerpen zijn: ervaren stress, depressie, veel voorkomende stressoren tijdens de zwangerschap, levensgebeurtenissen, sociale steun, coping, traumatische jeugdervaringen, en huiselijk geweld. Twee groepen vrouwen beantwoorden postpartum telefonisch de vragenlijst: 75 vrouwen met een spontane vroeggeboorte voor 37 weken en 148 vrouwen met een spontane bevalling vanaf 38 weken zonder complicerende pathologie of een premature geboorte in de voorgeschiedenis (de controlegroep). Vrouwen die tussen 37 en 38 weken bevielen zijn geëxcludeerd vanwege de eventuele onzekerheid in de datering van de zwangerschappen.

Na correctie voor bekende beïnvloedende factoren, zoals maternale leeftijd, opleidingsniveau, roken en miskramen in de voorgeschiedenis, blijkt dat vrouwen met twee of meer traumatische jeugdervaringen een twee keer hogere kans hebben op een vroeggeboorte (OR: 2.09; 1.10-3.98). De toename van de kans op vroeggeboorte met iedere extra traumatische jeugdervaring is ongeveer 18% (OR 1.18; 0.99-1.40). Daarnaast hangt het meemaken van lichamelijke en geestelijke mishandeling op enig moment in je leven significant samen met een hogere kans op vroeggeboorte (OR: 1.30; 1.02-1.65)

De onderzoekers concluderen dat blootstelling aan chronische stress, en in het bijzonder aan traumatische ervaringen in de jeugd, de kans op vroeggeboorte verhoogt. Ze geloven dan ook dat een gezonde zwangerschap al ver voor de conceptie start.