Twijfels van vrouwen met een doodgeboren kind over fysieke activiteit
Huberty JL, Jason Coleman J, Katherine Rolfsmeyer K et al. A qualitative study exploring women’s beliefs about physical activity after stillbirth. BMC Pregnancy and Childbirth 2014;14:26 Directe link naar de volledige versie van het artikel. Vrouwen hebben driemaal meer kans op depressie bij een doodgeboren kind dan bij een gezond levend geboren kind. Fysieke activiteit heeft positieve effecten op depressieve symptomen tijdens zwangerschap en postpartum. Daarom verkende deze Amerikaanse kwalitatieve studie de opvattingen over fysieke activiteit van vrouwen met een doodgeboren kind (vanaf twintig weken zwangerschap). De onderzoekers hielden in 2012 en 2013 individuele interviews met 24 vrouwen van 19 tot 44 jaar na doodgeboorte in het voorgaande jaar. Uit de interviews komen vier thema’s rond fysieke activiteit: 1) Barrières: emotionele symptomen (depressief, kwetsbaar), gebrek aan motivatie (lusteloos, zwanger willen zijn), moe, tijdgebrek, schuldgevoel (naar het doodgeboren kind, over apathie), moeite met loslaten van de zwangerschap, moeite om andere baby’s te zien; 2) Voordelen: emotioneel beter en mentaal sterker voelen, coping met verlies, therapeutisch effect; 3) Belang: verdriet verwerken, tijd voor zichzelf nemen; 4) Drijfveren: verbeteren lichaamsvorm, gewicht en gezondheid, meer kinderen willen, rolmodel willen zijn, al sporter zijn. Tot slot vinden de meeste vrouwen dat ze weinig of zeer algemene adviezen over fysieke activiteit kregen van hun zorgverleners en willen enkele vrouwen meer op hun situatie gerichte adviezen. De onderzoekers concluderen dat deze kwalitatieve studie zorgverleners eerste inzichten biedt in de unieke opvattingen over fysieke activiteit van vrouwen na doodgeboorte. Dit kan zorgverleners helpen om deze vrouwen te stimuleren tot fysieke activiteit ter vermindering van depressieve symptomen en bevordering van gezondheid en kwaliteit van leven. Dat kan door aandacht te besteden aan de gevoelens van deze vrouwen en door hen eventueel aparte fysieke programma’s te bieden.