Van alle kanten wordt beweerd dat een goede of betere samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen nodig is om de verloskundige zorg te optimaliseren.

Morssinkhof J. Van samen werken naar samenwerken. (Afstudeerscriptie Master Zorgmanagement; Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg) Erasmus Universiteit Rotterdam. Juli 2010.
De volledige versie van deze afstudeerscriptie is hier te vinden op Kennispoort Verloskunde (eerst inloggen)

Van alle kanten wordt beweerd dat een goede of betere samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen nodig is om de verloskundige zorg te optimaliseren. Er wordt gestreefd naar een vorm van verloskunde waarbij de verschillen tussen eerste en tweede lijn overbrugd worden en de zwangere centraal komt te staan. Een student ‘Zorgmanagement’ heeft onderzocht hoe een interdisciplinaire samenwerking tussen eerste- en tweedelijns zorg voor moeder en kind vorm krijgt. Er heeft literatuuronderzoek plaatsgevonden en er zijn interviews gehouden in praktijken waar samenwerking bestaat tussen gynaecologen en verloskundigen: Gouda, Nieuwegein, Roosendaal en Tilburg.

Belangrijke aspecten bij samenwerking tussen eerste en tweede lijn in de verloskunde zijn: bereidheid tot samenwerking, respect en vertrouwen (gelijkwaardigheid), het hebben van een gezamenlijke toekomstvisie op de verloskunde, het willen investeren van tijd, geld en energie, en het willen opgeven van een deel van de autonomie. De auteur concludeert dat er in de praktijk nog weinig sprake is van interdisciplinaire samenwerking, met als grootste hindernissen autonomie en bereidheid tot samenwerking. Met spreekt over samenwerking, maar deze is zelden interdisciplinair. Een verschil in focus (verloskundige doet alleen verloskunde, voor gynaecoloog is verloskunde een onderdeel van z’n werk) kan gevolgen hebben voor de energie die de verschillende disciplines in een mogelijke samenwerking stoppen. Veelal is wel sprake van afstemming rondom de zorg voor de cliënt, zodat duidelijk is wie wanneer verantwoordelijk is. Betrokkenen zouden meer op de langere termijn moeten denken en interdisciplinair spreken over de ideale verloskunde. Het is belangrijk dat de betrokken professionals zelf de noodzaak zien en bereid zijn om te investeren.