Wiegers T, de Borst J. Organisation of emergency transfer in maternity care in the Netherlands. Midwifery 2013. DOI:10.1016/j.midw.2012.12.009
Directe link naar de samenvatting van het artikel

Zorgoverdracht tijdens de baring komt regelmatig voor in het Nederlandse verloskundige systeem. Deze studie streefde naar meer inzicht in de percepties en ervaringen van zorgverleners en cliënten met de organisatie van spoedoverdrachten binnen de zorgketen. De nadruk lag op transport, verantwoordelijkheden en communicatie tussen zorgverleners. De onderzoekers gebruikten kwalitatieve gegevens uit 21 semi-gestructureerde interviews met zorgverleners (eerstelijns verloskundigen, huisartsen, ambulance personeel en tweedelijns verloskundigen, verpleegkundigen en gynaecologen. Daarnaast gebruikten zij kwantitatieve gegevens uit vragenlijsten onder 108 zorgverleners (dezelfde disciplines als de geïnterviewden) en 42 vrouwen die een spoedoverdracht meemaakten. Het merendeel van de zorgverleners en vrouwen was over het algemeen positief over de organisatie en kwaliteit van spoedoverdrachten. Terugkijkend op hun ervaringen, vonden de meeste vrouwen dat er erg goed voor hen gezorgd werd in het ziekenhuis.

De samenwerking tussen zorgverleners op persoonlijk niveau is vaak adequaat, vooral als ze elkaar kennen en vertrouwen. De zorgverleners wisten in spoedgevallen elkaar meestal te vinden, maar waren niet altijd bekend met bestaande afspraken of protocollen, onzeker over elkaars competenties en wisten niet altijd wat ze van elkaar kunnen verwachten.

De auteurs kwamen tot de volgende aanbevelingen ter verbetering van de zorgoverdracht rondom te baring. Ten eerste, ontwikkel een protocol voor verloskundigen over het contact met een ambulancedienst (o.a. juiste informatieverstrekking, vragen naar verwachte aankomsttijd, redenen voor aanvraag tweede ambulance of ambulance met incubator). Ten tweede, voer multidisciplinaire trainingen in om elkaar en elkaars protocollen te leren kennen en denk hierbij ook aan ambulancemedewerkers die niet in VSV’s deelnemen. Tot slot, ontwikkel een verwijsprotocol waarin de eerstelijns verloskundige duidelijk haar beoordeling van de urgentie van de situatie kan weergeven en het ziekenhuispersoneel deze niet in twijfel trekt, om vertraging te voorkomen.