Niet-medische risicofactoren kunnen leiden tot ongunstige zwangerschapsuitkomsten. De R4U (Rotterdam Reproduction Risk Reduction checklist) is ontwikkeld om deze risico’s in kaart te brengen maar de voorspellende waarde van de R4U risicofactoren op zwangerschapsuitkomsten is nog niet onderzocht.

Deze prospectieve cohort studie onderzocht de relatie tussen risico factoren en zwangerschapsuitkomsten. De studie bevatte 836 Rotterdamse vrouwen met een eenling zwangerschap onder zorg in eerste- of tweede lijn en een goede beheersing van de Nederlandse of Engelse taal. Uitkomstmaten waren Small for Gestational Age (SGA), prematuriteit en een Apgar score < 7 na 5 minuten in vier a priori gestratificeerde subgroepen: Westerse en niet Westerse vrouwen, vrouwen met hoge of lage sociaaleconomische status (SES).

Roken tijdens het eerste trimester van de zwangerschap (OR 2.43 95%BI 1.43-4.12) en gebruik van receptvrije geneesmiddelen (OR 1.85 95%BI 1.07-3.18) vormen een risico factor voor ongunstige zwangerschapsuitkomsten onder Westerse vrouwen. Bij niet-Westerse vrouwen zijn tienerzwangerschappen (OR 7.76 95%BI 1.38-43.56), maternale leeftijd van >40 (OR 3.07 95%BI 1.05-9.00) en SGA in de voorgeschiedenis (OR 5.78 95%BI 1.81-18.51) risico factoren. Voor vrouwen met een lage SES zijn dit een laag inkomen (OR 2.13 95%BI 1.17-3.90), roken tijdens het eerste trimester (OR 1.89 95%BI 1.10-3.22), SGA in de voorgeschiedenis (OR 3.74 95%BI 1.37-10.23) en het hebben van een niet-Westerse etniciteit (OR 1.87). Voor vrouwen met een hoge SES vormen een laag inkomen (OR 5.83 95%BI 1.63-20.84), niet dagelijks eten van groenten (OR 3.30 95%BI 1.28-8.48) en een partus prematurus in de voorgeschiedenis (OR 5.21 95%BI 1.47-18.40) een risico.

Er werden medische en niet-medische risicofactoren gesignaleerd voor het voorspellen van ongunstige zwangerschapsuitkomsten. De risicofactoren verschillen per etniciteit en SES. De onderzoekers adviseren om ook niet-medische factoren op te nemen in risicoselectie tijdens de intake en om onderscheid te maken tussen de zorgbehoeften van vrouwen uit de verschillende subgroepen.