TNO heeft in opdracht van het Ministerie van VWS onderzocht of het mogelijk is om door middel van een vroegsignaleringsinstrument kraamverzorgenden routinematig risicosignalen te laten inventariseren voor problemen in het opvoeden en opgroeien in een gezin.

TNO heeft in opdracht van het Ministerie van VWS onderzocht of het mogelijk is om door middel van een vroegsignaleringsinstrument kraamverzorgenden routinematig risicosignalen te laten inventariseren voor problemen in het opvoeden en opgroeien in een gezin. De kraamverzorgenden kunnen deze signalen doorgeven aan verloskundigen en jeugdverpleegkundigen. Vervolgens kan tijdig ondersteuning worden aangeboden aan risicogezinnen waardoor problemen op de lange termijn kunnen worden voorkomen. Begin september is het eindrapport ‘Project Vroegsignalering van Risicogezinnen in de Kraamperiode’ gepubliceerd.

De pilotimplementatie in één regio heeft laten zien dat het concept van vroegsignalering van risicofactoren voor zorgwekkende opvoedingssituaties door de kraamverzorgende haalbaar is. Er zijn wel enkele knelpunten aan het licht gekomen in de toepassing van het instrument en in de ketensamenwerking. Deze moeten verder onderzocht worden in meerdere regio’s voordat tot landelijke implementatie kan worden overgegaan.

De effectiviteit van het ontwikkelde instrument staat of valt met de doorgifte van een signaal naar zorgverleners die zo nodig kunnen ingrijpen. Daarnaast is het van belang dat ook andere hulpverleners, waaronder de verloskundigen, een vroegsignaleringsinstrument gaan gebruiken.

Het volledige rapport staat op Kennispoort Verloskunde, alsmede de begeleidende publicatie van Ank de Jonge, Simone Buitendijk (beide TNO) en Suze Jans (KNOV) in het Tijdschrift voor Verloskunde (oktober 2007)