Hendrix M, Pavlova M, Nieuwenhuijze MJ et al. Differences in preferences for obstetric care between nulliparae and their partners in the Netherlands: a discrete-choice experiment. J Psychosom Obstet & Gynecol 2010;31:243-251
Directe link naar de samenvatting in Psychosom Obstet & Gynecol

Bij laag-risicozwangerschappen in Nederland wordt de plaats van bevalling vooral gekozen vanuit het perspectief van zwangeren en hun partners op de kenmerken van de verloskundige zorg. Deze prospectieve cohort-studie onderzocht verschillen tussen laagrisico nulliparae en hun partners bij het wegen van deze kenmerken. De onderzoekers selecteerden at random 150 Nederlandse praktijken, waarvan er honderd deelnamen. Tijdens de 32ste zwangerschapsweek vulden 321 van de 449 uitgenodigde vrouwen (respons 72%) en 212 van de 290 uitgenodigde partners (respons 73%) een vragenlijst in. Daarin koos iedere deelnemer de beschrijving van verloskundige zorg van haar of zijn voorkeur uit acht scenario’s. Ieder scenario was samengesteld uit zeven kenmerken van de zorg tijdens de bevalling: hulpverlener (gynaecoloog of verloskundige), omgeving (klinisch of huiselijk), plaats (ziekenhuis of thuis), mogelijkheid tot invloed op besluitvorming (ja of nee), mogelijkheid tot pijnbestrijding (ja of nee), mogelijkheid tot vervoer tijdens baring (ja of nee), en eigen bijdrage (250 euro of geen).

De vrouwen en de partners vonden de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de besluitvorming tijdens de bevalling het belangrijkst. Voor vrouwen kwam huiselijke omgeving op de tweede plaats. Voor de partners kwam de mogelijkheid tot pijnbestrijding op de tweede plaats, terwijl dat voor vrouwen veel minder belangrijk was.

De deelnemers hadden duidelijk omlijnde voorkeuren voor kenmerken van zorg en er waren wezenlijke verschillen tussen de voorkeuren van mannen en vrouwen. Beleidsmakers en zorgverleners dienen deze voorkeuren serieus te nemen en zwangeren en hun partners te betrekken in besluitvormingsprocessen.