Vrouwen geven suggesties om Nederlandse eerstelijnszorg te verbeteren
Deze kwalitatieve studie maakt deel uit van de DELIVER studie naar organisatie, toegankelijkheid en kwaliteit van de eerstelijnsverloskundige zorg. Daaraan deden 20 Nederlandse praktijken mee in de periode 2009-2011. De vrouwen konden driemaal vragenlijsten invullen: tussen intake en 35 weken, tussen 35 weken en baring, en 6 weken postpartum. In alle vragenlijsten stond de open vraag: Wat zou uw verloskundige beter anders kunnen doen? De onderzoekers verrichtten een thematische content analyse van de 3.499 antwoorden.
Als overkoepelend concept komt naar voren: het verlangen van vrouwen naar geïndividualiseerde zorg (voor haarzelf en haar partner). De suggesties voor verbeteringen zijn in te delen in 2 hoofdthema’s. Ten eerste: kenmerken van de zorgverlener, met de subthema’s: bejegening, communicatie, en competentie. Ten tweede: kenmerken van de organisatie, met de subthema’s: inhoud en hoeveelheid zorg, begeleiding en steun, continuïteit van zorgverlener, continuïteit van zorg, informatie, en coördinatie van zorg. De helft van alle suggesties ging over bejegening, informatie verstrekking en gebrek aan continuïteit in zorgverlener. De onderzoekers lichten ieder thema toe en geven veel sprekende citaten.
Ze concluderen op basis van de suggesties dat de zorg voor vrouwen en hun familie te verbeteren is door meer continuïteit van de zorgverlener gedurende zwangerschap, baring en post partum periode, meer informatie en meer informatie op maat, cliëntgerichte communicatie, een persoonlijke benadering, en met genoeg tijd per cliënt. Sommige verbeteringen vergen weinig financiële en organisatorische aanpassing, zoals beter te luisteren naar vrouwen en hun partners en bejegening. Hiermee kunnen verloskundigen direct beginnen om de kwaliteit en tevredenheid te bevorderen.
Birth 2015; 42: 369-378