Van Haaren-ten Haken T, Hendrix M, Nieuwenhuijze M et al. Preferred place of birth: Characteristics and motives of low-risk nulliparous women in the Netherlands. Midwifery 2012; doi:10.1016/j.midw.2012.07.010

Directe link naar de samenvatting

Deze prospectieve cohort-studie onder laag risico, nullipare zwangeren onderzocht karakteristieken, voorkeuren en motivaties in relatie tot de gewenste plaats van bevalling: thuis, poliklinisch of klinisch. Zwangeren zonder medische indicatie, die hun zwangerschapsbegeleiding begonnen in de eerste- of tweede lijn vulden voor de 21e zwangerschapsweek eenmalig vragenlijsten in. Deze omvatten vragen over demografi scheen psychosociale kenmerken, het verloop van de zwangerschap en motieven voor de gekozen plaats van bevalling. Om de mate van depressie, zorgen en het gevoel van eigenwaarde te meten werden de Edinburgh Depression Scale (EDS), Cambridge Worry Scale (CWS) en Rosenberg Self Esteem Scale (RSE) gebruikt. In honderd verloskundige praktijken, elf algemene en drie academische ziekenhuizen verspreid over Nederland deden tussen 2007 en 2011 554 laag risico, nullipare zwangeren mee aan het onderzoek.

Van hen gaven 231 vrouwen (41,7%) de voorkeur aan een thuisbevalling, 170 vrouwen (30,7%) aan een poliklinische bevalling in de eerste lijn en 153 (27,6%) vrouwen aan een klinische bevalling in de tweede lijn. Vergeleken met de vrouwen die thuis of poliklinisch wilden bevallen, verschilde de groep vrouwen met een voorkeur voor een klinische bevalling signifi cant op meerdere kenmerken en emotionele aspecten. Deze vrouwen waren ouder, hadden een hoger gezinsinkomen, waren vaker zwanger na een fertiliteitsbehandeling, rapporteerden vaker een eerdere miskraam, hadden vaker symptomen van een depressie, en waren vaker bezorgd over gezondheidskwesties. Behoud van autonomie speelde een belangrijke rol bij de keuze voor een thuisbevalling, terwijl een gevoel van veiligheid en het onder controle hebben van risico’s een belangrijke rol speelde bij vrouwen die kozen voor een bevalling in het ziekenhuis, zowel poliklinisch als klinisch. De optie voor medische pijnbestrijding was relatief belangrijk voor vrouwen die een poliklinische bevalling wensten en nog belangrijker voor vrouwen die een klinische bevalling wensten.

De onderzoekers concluderen dat er verschillen zijn in karakteristieken tussen vrouwen die kiezen voor een thuisbevalling en vrouwen die kiezen voor een ziekenhuisbevalling. Voor de laatste groep lijkt de veronderstelde veiligheid van het ziekenhuis belangrijker te zijn dan het type zorgverlener. Dit roept de vraag op of vrouwen zich volledig bewust zijn van de mogelijkheden in de verschillende verloskundige settings. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de vrouwen de vragenlijsten invulden voor de 21e week. Om de plaats van bevalling weloverwogen te kiezen hebben vrouwen mogelijk concrete informatie nodig over de beschikbaarheid en kenmerken van de zorg in de verschillende settings en de voordelen en risico’s hiervan.