Potijk MR, Kerstjens JM, Bos AF et al.Developmental Delay in Moderately Preterm-Born Children with Low Socioeconomic Status: Risks Multiply. J Pediatr. 2013 Nov;163(5):1289-95. DOI:10.1016/j.jpeds.2013.07.001
Directe link naar de samenvatting  van het artikel

Het Groningense prospectieve Lolipop-project (Longitudial Preterm Outcome Project) onderzocht het effect van sociaal-economische status (SES) en matige prematuriteit (MP: 32-36 weken) op de ontwikkeling van kinderen op vierjarige leeftijd. Vanuit der tien centra in Nederland werden in twee perioden (januari 2002-2003 en juni 2002-2003) 1.470 kinderen geïncludeerd: 926 MP’s en 544 à ter me geboren kinderen. SES werd bepaald op basis van opleiding, werk en inkomen. Om de ontwikkeling van de kinderen vast te stellen op vierjarige leeftijd werd gebruik gemaakt van de Ages and Stages Questionnaire (ASQ) waarbij fijne en grove motoriek, communicatie, oplossend vermogen en sociale ontwikkeling worden vastgesteld.

Een ontwikkelingsachterstand van premature versus à terme kinderen bedraagt in de lage SES-groep (n=260) 12,5% versus 7,2%; in de gemiddelde SES-groep (n=937) 7,8% versus 4,0%, en in de hoge SES-groep (n=273) 5,6% versus 2,8%. Het risico op een gehele vertraagde ontwikkeling is groter bij een daling van de SES dan bij een toename van de prematuriteit. Vroegere prematuriteit gaat samen met een verhoogd risico op ver traging van fijne motoriek en communicatieve vaardigheden.

Als alleen SES verlaagd wordt, gaat dit vooral samen met het risico op minder probleemoplossende vaardigheden. De effecten van gecombineerde lage SES en MP tellen op, met uitzondering van de communicatieve vaardigheden. Het dubbele risico wat MP-kinderen met een lage SES lopen vraagt om extra aandacht van de behandelende kinderar tsen.