Wat is erger: overgewicht of roken?
Djelantik A, Kunst A, Wal vd M et al. Contribution of overweight and obesity to the occurrence of adverse pregnancy outcomes in a multi-ethnic cohort: population attributive fractions for Amsterdam. BJOG 2011; 13 December 2011.
Directe link naar de samenvatting
Het aantal mensen in Nederland met overgewicht of obesitas stijgt met als resultaat een toename van risico’s voor moeder en kind in de zwangerschap. De ABCD-studie in Amsterdam includeerde 7.871 zwangeren met een zwangerschapsduur van meer dan 24 weken (eenling) in een studie met als doel om het effect te bepalen van overgewicht of obesitas vóór de zwangerschap op zwangerschapsuitkomsten. Er werd gekeken naar het verschil in effect tussen etnische groepen en ook naar het verschil in effect op de zwangerschapsuitkomst tussen roken en obesitas/overgewicht. Uitkomstmaten waren SGA, LGA kinderen, vroeg geboorte (<37 weken) en extreme vroeggeboorte (<32 weken). Er werd rekening gehouden met pariteit, leeftijd moeder, opleidingsniveau en roken. De prevalentie van overgewicht was 17,3% en van obesitas 6,3%. Beiden kwamen meer voor bij Turkse, Marokaanse en Afrikaanse vrouwen. De populatie attributieve fracties (PAF) voor overgewicht of obesitas waren voor SGA: – 4,9%, voor LGA 15,3 %, voor prematuriteit 6,6% en voor extreme prematuriteit 22%. Dit betekent dat er in Amsterdam elk jaar 47 SGA kinderen minder worden geboren en 126 LGA kinderen, 35 prematuren en 29 extreem prematuren extra.
PAF’s ten gevolge van overgewicht/obesitas versus roken zagen er als volgt uit: voor SGA: -4,9% versus 6,2%; voor LGA: 15,3% versus -3,9%; voor prematuriteit: 6,6% versus 5,5% en voor extreme prematuriteit 22% versus 10,6%.
Overgewicht en obesitas leveren een belangrijke bijdrage, vaak meer dan roken, aan het optreden van slechte zwangerschapsuitkomsten in Amsterdam.