Werk aan de winkel
Kennispoort 2006 schetst agenda voor verloskundig onderzoek
Tijdens Kennispoort 2006 luidde de centrale vraag: “Op welke wijze kan het onderzoek naar de ‘normale verloskunde’ optimaal worden ingericht?” Wie goed luisterde naar de uiteenlopende bijdragen, kon na afloop een agenda opstellen voor de komende jaren. Het meest concreet waren de bijdragen van Juliet Droog (KNOV-bestuur) en Maas Jan Heineman (hoogleraar Verloskunde en Gynaecologie UVA/AMC).
Juliet Droog presenteerde de opdracht voor de Wetenschapscommissie van de KNOV en SSOV. Deze commissie krijgt de taak om een infrastructuur te realiseren voor het wetenschappelijk onderzoek ter onderbouwing van de “normale” verloskunde. Daaronder valt het definiëren van het wetenschapsdomein, het vaststellen van een wetenschapsagenda voor de periode 2007-2012 en het uitzetten van onderzoekslijnen met de bijbehorende hoogleraren en promovendi. Maar ook de structurele financiering en het agenderen van onderzoek bij relevante organisaties als VWS en Raad van Gezondheidszorg Onderzoek staan op hun actielijst.
Prof. Dr. Heineman schetste de mogelijke contouren van de toekomstige infrastructuur. Hij voorziet dat het onderzoeksdomein zal worden opgedeeld in twee subdomeinen: ‘De fysiologie van zwangerschap, baring en kraamperiode’ en de ‘fysiologische verloskunde’. Onderzoek in het eerste subdomein speelt zich met name af in een biomedische omgeving en betreft onder andere fundamenteel fysiologisch onderzoek. Het onderzoek op het gebied van de ‘fysiologische verloskunde’ vindt plaats in een meer gedragswetenschappelijk en epidemiologisch georiënteerde omgeving. Dit onderzoek zal bijvoorbeeld gaan over verloskundige fenomenen, de kwaliteit van de zorg en de kwaliteit van het zorgsysteem. Heineman waarschuwt wel voor solistisch optreden. “Het aantal spelers is klein en dus is bundeling van alle krachten noodzakelijk. Het vormen van een samenwerkingsverband (consortium), zal het realiseren van grote projecten binnen een redelijke tijd mogelijk maken. Daarin verdelen de partijen (o.a. de opleidingen verloskunde) onderzoeksthema’s, rekening houdend met de lokale expertise. Een dergelijke opdeling van taken en onderwerpen vond eerder al met succes plaats bij de Voortplantingsgeneeskunde.”