Een niet-westerse etniciteit is in Nederland een factor die bijdraagt aan het later in zorg komen in de zwangerschap. Zouden eigenschappen van de buurt waarin de zwangere woont hier ook aan bijdragen? Om dit te onderzoeken zijn data uit drie nationale databases gekoppeld, waaronder de Nederlandse Perinatale registratie, en deze data zijn gelinkt aan de viercijferige postcodegebieden (2000 tot 2008). Er zijn eenling-zwangerschappen geïncludeerd die onder de zorg van een eerstelijns verloskundige zijn: 1.137.741 zwangerschappen uit 3.422 buurten in Nederland.

De prevalentie van laat in zorg komen, na veertien weken zwangerschap, is 17,9%. Hiermee geassocieerd zijn vrouwen van 30-35 jaar en niet westerse etniciteit. De dichtheid van etnische minderheden in een buurt is sterk geassocieerd met het laat in zorg komen. Echter, voor niet-westerse zwangeren die in deze buurten wonen is de kans minder groot (OR 1.13) om laat in zorg te komen dan voor westerse zwangeren die in dezelfde buurt wonen (OR 1.21). Het gevoel van buurtveiligheid heeft geen effect, terwijl een hogere sociaal-economische status, een goed onderhouden woning en het niveau van woondichtheid een beschermende invloed hebben op het laat in zorg komen. Buurtkarakteristieken lijken meer invloed te hebben dan de persoonlijke karakteristieken van de zwangeren. Preventiestrategieën tegen laat in zorg komen zouden dan ook meer gericht moeten zijn op veranderingen in de buurt waarin de zwangere woont.