Zaadproblematiek
The impact of semen quality, occupational exposure to environmental factors and lifestyle on recurrent pregnancy loss, Ruixue W, Hongli Z, Zhihong Z et al. J Assist Reprod Genet. DOI:10.1007/s10815-013-0091-1
Directe link naar de samenvatting van het artikel.
De oorzaak van herhaalde miskramen is in veel gevallen onduidelijk. Deze studie uit China (aug 2010 – april 2011) onderzocht de relatie tussen het kwaliteit van zaad, beroep en leefstijl van de mannen wiens vrouw drie of meer miskramen had (RPL). Er werden 68 koppels met herhaalde miskramen benaderd en zij werden vergeleken met 63 vrijwilligers die voor antenatale controle kwamen. Alle mannen hadden een normale karyotypering en hun zaadmonsters werden geanalyseerd en van het sperma werd de chromatine status bepaald. Er is een vragenlijst afgenomen, waarin leeftijd, beroep, roken en drinkgewoonte werden uitgevraagd. Semenmonsters zijn verzameld na 3-5 dagen seksuele onthouding. In de analyse zijn meegenomen: beweging (beweeglijkheid, levensvatnaarheid en progressieve beweeglijkheid), samenstelling (vorm en chromatinekleuring) en kwantiteit (concentratie). Van de RPL-groep is het zaad vaker minder levensvatbaar, vaker morfologisch afwijkend, minder progressief en heeft vaker een abnormaal chromatinegehalte dan het zaad van de controlegroep (p<0.05). Er is geen verschil in concentratie en beweeglijkheid vastgesteld.
Normaal sperma komt in de onderzoeksgroep bij 91.2% voor; in de controlegroep bij 96,8%. In de RPLgroep neemt het percentage zaad met normale beweeglijkheid (12% versus 65%), vorm en progressieve beweeglijkheid af; abnormaal chromatine daarentegen neemt toe vergeleken met de controlegroep. Leefstijlfactoren geven alleen gecombineerd een verhoogd risico op afwijkend zaad (OR: 1,9; 1,5-96). Bespreek in de begeleiding van koppels met recidiverende miskramen ook de leefstijlgewoonten van mannen.
Noot van de redactie:
Deze resultaten komen overeen met die uit het proefschrift van Esther Leushuis (31-10-2013): Wetenschappelijke studies laten zien dat subfertiliteit in een kwart van de paren een mannelijke oorzaak heeft, waarbij dat dan bijna altijd een afwijkende bevinding in de semenanalyse betreft. Helaas moet Leushuis echter concluderen dat de rol van zaadonderzoek in het voorspellen van spontane zwangerschapskansen bescheiden is. Ze concludeerde dat het niet gerechtvaardigd is om routinematig de antisperma-antilichamentest (MAR) en samenlevingstest (PCT) uit te voeren in het oriënterend fertiliteitsonderzoek