Hertig SG, Cavalli S, Burton-Jeangros C et al. ‘Doctor, what would you do in my position?’ Health professionals and the decision-making process in pregnancy monitoring. J Med Ethics 2013;0:1-5. DOI:10.1136/medethics-2012-100887
Directe link naar de samenvatting van het artikel

Prenatale screening voor Downsyndroom betekent in de dagelijkse verloskundige zorg een uitdaging voor de autonomie van vrouwen en voor een non-directieve houding van zorgverleners. Deze kwalitatieve studie beschrijft hoe gynaecologen en verloskundigen onderhandelen over hun rol in besluitvorming rond screening als zwangere vrouwen hen daarin betrekken. In een grote Zwitserse stad hielden de auteurs 41 semi-gestructureerde interviews met 26 gynaecologen (veertien vrouwen, twaalf mannen; achttien in privépraktijk, acht in ziekenhuis) en vijftien vrouwelijke verloskundigen (acht in privépraktijk, zeven in ziekenhuis).

De onderzoekers ontwikkelden op basis hiervan drie profielen van zorgverleners. De profielen lagen op een continuüm van veel tot weinig tegemoet komen aan de afstand tot door de vrouwen gewenste professionele betrokkenheid in de besluitvorming. In het eerste profiel houdt de zorgverlener vast aan het afdwingen van verantwoordelijkheid van de vrouw en het mijden van enige vorm van professionele betrokkenheid. De zorgverlener is serviceverlener die informatie geeft over verschillende opties, waaruit de vrouw kan kiezen. Het tweede profiel gaat uit van gezamenlijke besluitvorming door vrouwen en zorgverleners. In een dialoog begeleidt de zorgverlener de vrouw actief in het onderkennen van haar voorkeur en het pad dat zij voor zichzelf zoekt. Het derde profiel benadrukt de legitimiteit en relationele aspecten van professionele betrokkenheid in de besluitvorming. De zorgverlener geeft in een hechte relatie met de vrouw een op haar voorkeur afgestemd advies en wederzijds vertrouwen rechtvaardigt deze betrokkenheid van de zorgverlener.

 

De conclusie was dat in de dagelijkse praktijk de zorgverleners verschillende betekenissen geven aan het principe van autonomie van de zwangere vrouw: van noodzaak van terugtrekken tot betrokkenheid om te voldoen aan verwachtingen. Voor de meeste zorgverleners betekenden een non-directieve houding en een verstandige beslissing niet dat ze de vrouwen emotionele steun moeten onthouden. De meeste gynaecologen en verloskundigen pasten in het tweede profiel van samen beslissen. Dit lijkt beter te passen bij ethisch handelen in de praktijk dan een strikt non-directieve houding. De auteurs vonden dat in deze studie zowel gynaecologen als verloskundigen bij besluitvorming over prenatale screening voldeden aan het traditionele concept van verloskundige begeleiding. Daarin is de zwangere vrouw de belangrijkste actor in haar zwangerschap en de zorgverlener speelt een ondersteunende rol.