Anticonceptie prenataal bespreken, postnataal direct regelen, een pilot in Schotland
Op dit moment is het in het Verenigd Koninkrijk gebruikelijk om zes weken post partum de anticonceptie te bespreken en voor te schrijven. Het is wenselijk dit moment te vervroegen om de kans op ongewenste zwangerschap of een kort interval tussen twee zwangerschappen te verkleinen.
In deze studie in Edinburgh is dan ook gekeken naar de haalbaarheid en de acceptatie van routine antenatale voorlichting door de verloskundige bij 22 weken zwangerschap en het plaatsen of verstrekken van anticonceptie voorafgaand aan het ziekenhuisontslag post partum.
Tijdens de prenatale voorlichting werd informatie gestandaardiseerd gegeven. Tevens werden een folder en een website aangereikt. Alle vormen van anticonceptie werden besproken, maar de nadruk lag op de effectieve langwerkende anticonceptiemethoden; het spiraaltje (IUD) en het implantatiestaafje.
Evaluatie van de pilot vond plaats door; (1) een vragenlijst bij 32-34 weken waarbij gevraagd werd naar de mening van vrouwen over de voorlichting, (2) een database onderzoek naar de uitgifte van anticonceptie bij ontslag en (3) focusgroepen met verloskundigen en gynaecologen waarbij de bevorderende en belemmerende factoren werden besproken.
Het cohort bestond uit 1369 vrouwen die zich tussen november 2013 en april 2015 bij de verloskundige onder zorg waren. Vragenlijsten zijn uitgereikt aan 1064 vrouwen (78%) en ingevuld door 794 van hen (75%). Van de respondenten heeft 78% (n=621) anticonceptie antenataal met haar verloskundige besproken en 74% vond dit zinvol (n=461).
Alhoewel 46% van de respondenten prenataal aangaf graag langdurige anticonceptie te willen, kreeg slechts 9% (118/1369) deze ook daadwerkelijk voorafgaand aan het ontslag uit het ziekenhuis. Het post partum verstrekken van de anticonceptie was volgens de hulpverleners moeizaam, onder andere door drukte op de verloskamers en de korte verblijftijd van vrouwen op de afdeling. Alleen de dienstdoende arts kon anticonceptie voorschrijven en/of een implantatiestaafje plaatsen. Voor het plaatsen van IUD’s werd een afspraak gemaakt voor na vier weken.
De auteurs suggereren dat mogelijke oplossingen voor de lage verstrekking van anticonceptie post partum liggen in het trainen van meer personeel en/of taakherschikking naar de verloskundigen en verpleegkundigen.
Interessant is de discussie over het moment van het plaatsen van een IUD. Zowel de auteurs, als het commentaarstuk dat bij de studie in het tijdschrift geplaatst is, bespreken de toegenomen bewijzen voor de veiligheid en effectiviteit van het direct na de geboorte van de placenta plaatsen van een IUD. Een methode die onder andere in de USA, Tanzania en Zuid-Afrika goede resultaten boekt. Wellicht liggen hier ook mogelijkheden voor de Nederlandse situatie.
Commentaarstuk: This article is commented on by ARA Aiken, p. 2016 in this issue. Aiken-2017-BJOG_An_International_Journal_of_Obstetrics__Gynaecology
BJOG 2017;124: 2009–2015